358
14 APRIL 1977
Er moet in dezen een eigen beleid worden gevoerd.
Men kan niet zeggen dat de sport voor een ieder
toegankelijk is want ten aanzien van grote delen
van bepaalde sporten spelen financiële barrières
ons parten.
Op het gebied van accommodaties willen wij
prioriteiten leggen bij de wijk- en buurtorgani
saties, vooral in oude buurten zoals in het cen
trum, waar vrijwel geen accommodaties aanwezig
zijn. Als we zien dat er in Breda 39 gymzalen niet
en 11 wèl in beheer zijn bij de dienst jeugd en
sport, dan moeten wij constateren dat er in de
39 zalen nauwelijks door particulieren wordt ge
sport terwijl er voor de 11 gemeentelijke gymza
len slechts een getal van 36 uur per week geldt.
Een groot aantal uren wordt door het onderwijs en
door verenigingen in beslag genomen en wij plaat
sen daar grote vraagtekens bij
Ik vind dat de heer Koertshuis zich over het
politiek functioneren van de federatie van frac
ties erg laag heeft uitgelaten en ik heb er geen
enkele behoefte aan daar dieper op in te gaan. Ik
betreur zijn uitlatingen en ik kan zeggen dat er,
ook al zegt men dat wij de gang van zaken vertra
gen, in de toekomst van onze kant gewoon moties
en amendementen zullen komen als wij het niet met
het beleid van het college c.q. van de andere
raadsfracties eens zijn.
De heer VAN ASSELDONK: De heer Martens heeft
één troost. Vandaag lazen we in de krant dat vol
gens de heer Welschen alle voorstellen waarschijn
lijk door het college zullen worden teruggebracht
en dat ze dan zullen worden aanvaard. Misschien
hoeft de heer Martens maar een jaar geduld te
hebben
De VOORZITTER: Dat gold, heb ik begrepen,
niet voor de moties en amendementen.
De heer LAMBREGTSDe antwoorden die ik van
de wethouder heb gekregen maken het voor mij niet