14 APRIL 1977 361 als individuele burgers die aan recreatiesport doen, We hebben geprobeerd onze visie tijdig naar voren te brengen, Iedereen wist wat onze mening was en ik meen dan ook dat we hebben laten zien dat we in deze stad zorgvuldig willen meebesturen. De heer GEENE: Is een interruptie toegestaan? De VOORZITTER: Interrupties zijn altijd toe gestaan De heer GEENE; Dan wil ik de heer Welschen erop wijzen dat het enigszins bezwaarlijk is als we na de pauze acht moties uitgereikt krijgen die we vervolgens in een korte schorsing stuk voor stuk moeten behandelen. De heer WELSCHEN: Ik kan daar alleen maar op antwoorden dat de moties dinsdagavond aan de men sen van jeugd en sport zijn uitgereikt. Wanneer zij tussentijds geen overleg met hun fractiegeno ten hebben gepleegd, is dat niet onze fout. Ik wilde nu graag doorgaan met de korte serie opmerkingen waar ik aan bezig was. Uit het antwoord van de wethouder blijkt dat hij zich bewust is van de totale problematiek waar men zich bij het voeren van een sportbeleid voor geplaatst ziet. Hij heeft uitdrukkelijk en nauw keurig gezegd dat hij zijn werkterrein heeft be perkt omdat hij met concrete resultaten op een aantal gebieden wilde komen. Hij heeft uitdrukke lijk gezegd dat hij niet wilde verzuipen de term is van de wethouder -in een te grote pro blematiek. De wethouder en daarmee het college geeft dus aan dat men belangrijke delen van de sportproblematiek bewust heeft laten liggen. Dat komt in feite niet tot uiting in de beleidsnota nopens sport 1976-1985 die ter tafel ligt. Wij hebben die nota gelezen als een stuk dat het gehe le sportbeleid in Breda een basis zou moeten geven. In de commissie is nog eens duidelijk gevraagd of de wethouder bereid was de nota te zien als een deelnota en of hij bereid was op de andere proble-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 361