18 APRÏb 1977
369
pieegaan met het college en dat alles wat de oppo
sitie inbrengt klakkeloos van de tafel wordt ge
veegd? Naar onze mening is dat niet het geval. Ik
wil u met een aantal voorbeelden van de laatste
jaren bewijzen dat wij het inzake de portefeuille
van Jeugd, Sport en Recreatie lang niet altijd
eens zijn met de visie van het college. Ik noem
onze opstelling ten aanzien van het J.A.C. en de
problemen van de wijk Wisselaar, onze reacties in
de richting van de Pluu, onze opstelling ten op
zichte van de gemeenschappelijke bijdrage aan de
Biesbosch en last but not least de gemeenschapsac
commodatie Tuinzicht.
Bij deze voorbeelden speelde de grote discus
sie zich niet altijd in de raad af, maar meer in
de commissie van advies en bijstand. Hoe vaak is
het in de afgelopen jaren voorgekomen dat bij be
langrijke door u geproduceerde voorstellen, die in
het algemeen strookten met de opvattingen van de
P.v.d.A. en de P.P.R., deze partijen het nodig
vonden door moties of amendementen een aantal pun
ten in die voorstellen te veranderen of aan te
scherpen, waardoor een en ander uit zijn verband
werd gerukt, met als gevolg dat wij de moties of
amendementen afwezen en de P.v.d.A. en de P.P.R.
weer als gevolg daarvan tegen de voorstellen stem
den? U zult vragen of dat dan niet mag. Natuurlijk
mag dat, maar dan moeten deze partijen accepteren
dat wij hun inbreng zakelijk en politiek beoorde
len, om er daarna onze mening over te geven.
De heer WELSCHEN: Ik vrees dat de heer Lam-
bregts verkeerd citeert wat ik de vorige keer in
tweede termijn heb gezegd. Wij hebben voortdurend
uitdrukkelijk aangegeven dat wij in het totale be
sturen van de stad een rol willen spelen en ook
spelen, Als de heer Lambregts dit beperkt tot de
raad heeft hij gelijk, omdat wij daar officieel
weinig successen boeken, Naar mijn mening leveren
wij echter een grote bijdrage aan het besturen van
de stad, groter wellicht dan men wil doen voorkomen.