18 APRIL 1977 375 gemeentelijke gymnastiekzalen gebruik wordt ge maakt, maar waarschijnlijk is dit beeld enigszins vertekend. Het betreft hier namelijk enerzijds "echte" particulieren, maar anderzijds verenigin gen die van de zalen een recreatief gebruik maken. Met de opmerking van de heer Martens is mijns in ziens niets gezegd over het werkelijke recreatie ve gebruik van de gemeentelijke gymnastiekzalen. De heer Oomen heeft gevraagd naar het pread vies inzake Wisselaar. Dit preadvies zal de vol gende week waarschijnlijk ambtelijk worden vol tooid en als dat is gebeurd zal het worden voorge legd aan het'projectteam Hoge Vucht. Het college zal aan dit preadvies het predikaat "urgent" geven, waarna het projectteam binnen twee maanden erover zal moeten adviseren. Hiermee rekening houdend zal men begrijpen dat het preadvies zeker niet vóór augustus van dit jaar in de gemeenteraad zal kun nen worden behandeld. Het betoog van de heer Lambregts geeft het college geen aanleiding tot direct reageren. Ik ben hem er erkentelijk voor. De heer Welschen heeft de indruk gewekt hij heeft dit niet met zoveel woorden gezegd dat het college onvoldoende aandacht heeft besteed aan de opmerkingen die hij heeft gemaakt namens de fracties voor welke hij heeft gesproken. Ik wil hierover opmerken dat in de commissie voor Jeugd en Sport ongeveer drie uur aan de behandeling van deze nota is gewijd en dat de vorige week donder dag de nota ongeveer tweeënhalf uur aan de orde is geweest, waarbij het college op vrijwel alle gemaakte opmerkingen is ingegaan. Voor de sociale tariefstelling heb ik verwezen naar een eerdere raadsvergadering, te weten die van 19 juni 1975, toen het college zijn standpunt hieromtrent bear gumenteerd heeft uiteengezet, ter gelegenheid van de motie inzake de afstemming van de tarieven van "Het Ei" op de minst'-draagkrachtigen van de be trokken bewoners. Begrippen als draagkracht, so ciaal tarief en profijtbeginsel zijn toen zeer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 375