18 APRIL 1977 391 proces zich opnieuw moeten voltrekken aan de hand van de dan bekende inzichten, waarna.de invulling van de ruimte ook opnieuw zal moeten worden bezien, omdat het mogelijk is dat de opvattingen over de geplande activiteiten veranderd zijn. Bij de metho de die wij toepassen zijn wij tot nu toe met uiterst minimale afwijkingen geconfronteerd; het gaat om fracties van de begrotingen zoals wij die tot nu toe hebben gekend en dat is te verwaarlozen. Gede puteerde Staten hebben heel wat jaren ervaring met onze methodiek opgedaan die door een aantal andere gemeenten van ons is overgenomen en wij hebben met gedeputeerde staten afgesproken dat wij bij belang rijke afwijkingen de meerjarenbegroting per jaar bijstellen Ik wil mijn opmerkingen over de uitkering uit het Gemeentefonds koppelen aan de bevolkings groei en tevens in verband brengen met de Haagse Beemden. Op 9 december jl. is ingegaan op de finan ciële "mits" ten aanzien van de Haagse Beemden, welke financiële mits is opgeheven door uit te gaan van een bepaald aantal mensen dat in de Haagse Beem den zal gaan wonen. Het is ook logisch uit te gaan van de bevolkingsgroei die door de Haagse Beemden kan worden verwacht. Wij weten niet zeker hoe groot die groei zal zijn, maar wij hebben gesteld dat er te aanzien van de activiteiten, de kosten en in samenhang daarmee de bevolkingsgroei, een bewa kingsprocedure moet komen die kan leiden tot herzie ning van de cijfers bij eventuele tegen- en meeval lers. Over de "winst" van de Haagse Beemden wil ik opmerken dat in de beginfase de kosten worden ge maakt, terwijl de inkomsten pas later komen. Dit is inherent aan de ontwikkeling van een groot stads deel, eerst moet nu eenmaal worden geïnvesteerd om het stadsdeel tot ontwikkeling te brengen, opdat de mensen er goed kunnen wonen. Er is in de planpe riode een overschot te verwachten, maar indien de last die op het gemeentelijk apparaat drukt tenge volge van de activiteiten inzake de Haagse Beemden het college kan aan de Haagse Beemden slechts

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 391