396 18 APRIL 1977 onthoudt, maar vragen alleen duidelijke cijfers. Wij zouden het prettig vinden als in de presentatie op de door ons genoemde risico's zou worden gewe zen, opdat de raad weet met welke afwijkingen hij kan worden geconfronteerd. Bij het bevolkingsverloop liggen de risico's moeilijker en het voeren van een beleid ter zake is eveneens moeilijk. Indien het bevolkingsverloop anders uitpakt dan men wenst kan via acties en be- leidsdaden worden getracht de bevolking weer op peil te krijgen. Hierover sprekend merk ik op dat ik mij acties kan voorstellen die niet in het be lang van onze eigen inwoners zijn. Ik wil niet zeg gen dat zulke acties zullen worden georganiseerd, maar ik kan mij voorstellen dat men ertoe neigt indien op basis van de prognoses van het bevolkings verloop in financieel opzicht reeds voorschotten zijn genomen, waardoor moeilijkheden dreigen bij een afwijkend bevolkingsverloop. Dit risico zouden wij kleiner willen zien. Wij hebben in ons voor stel niet gezegd dat de bevolking niet meer zal toenemen, maar slechts opgemerkt dat het de voor keur verdient 20 van het thans opgevoerde bedrag niet in geld te vertalen en derhalve niet in de capaciteit op te nemen. Het naar voren halen van het uiteindelijk te verwachten positieve resultaat van de Haagse Beem den houdt ook volgens het college risico's in. Het is nu de vraag of dat risico al dan niet moet wor den genomen. Het C.D.A.de V.V.D. en het college vinden het risico aanvaardbaar, maar voor ons is het in deze vorm geen aanvaardbaar risico. Wij heb ben geconcludeerd dat ook op dit moment geld nodig is voor de ontwikkeling van de Haagse Beemden en dat het daarom nodig is de winst die wordt ver wacht reeds nu voor dit doel te gebruiken. Wij heb ben niet gezegd dat er geen winst zal worden gemaakt en evenmin dat die winst niet zou mogen worden gebruikt, maar wél dat voorzichtigheid be tracht moet worden met het verkopen van de huid van de beer. Wij vragen om wat meer tijd teneinde

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 396