18 APRIL 1977
413
in elk geval wel steunen, hetgeen natuurlijk niet
wegneemt dat onze fractie, evenals ik zelf, wel be
hoefte heeft enige kanttekeningen te plaatsen, die
min of meer direct verband houden met de inhoud van
het preadvies.
Levenslange vorming is een "oeverloos" onder
werp, want je zou bijvoorbeeld de gehele ontwikke
ling van na de oorlog eens de revue kunnen laten
passeren met alle bijzonderheden en accenten die
daarbij een rol hebben gespeeld. Zoals men weet
zijn volksontwikkeling en vorming buiten schoolver
band ouder dan het begrip "permanente educatie" dat
in het voorjaar van 1966 uit Frankrijk is komen
overwaaien. Ik zal mij beperken tot het preadvies
en daaruit zal ik slechts enkele punten kiezen,
die ik ook maar heel even zal aanstippen.
In de eerste plaats wil ik opmerken dat nu
toch eindelijk eens wat snelheid is geboden tenein
de uit de fase van het interimrapport te komen, dat
op zichzelf genomen al wat aarzelend en na enig
uitstel aan de raadscommissies is aangeboden. U
weet ik heb dat zoëven al geschetst hoe dat
toentertijd in zijn werk is gegaan. Er bestond over
het algemeen veel waardering voor dat interimrap
port en derhalve kunnen wij een schouderklopje ge
ven aan de ambtelijke werkgroep en aan haar voor
zitter zoals u weet stond de werkgroep onder
voorzitterschap van de heer De Geus want zij
hebben prachtig werk verricht. Na het verschijnen
van dat rapport is het echter een hele tijd stil
geweest. Nu kun je heel naar en heel zuur gaan
doen en aan de wethouder vragen hoe het nu eigen
lijk kwam dat er niet wat meer haast werd gemaakt,
want het zag er naar uit dat wij eind 1977 nog
steeds geen plan zouden hebben voor 1978 wanneer
de bijdrageregeling van kracht zou zijn geworden.
Het is echter in dit verband thans zeker dat er
sprake is van uitstel van de decentralisatie-voor
nemens, vooral de wethouder zal dat wel weten
omdat de kaderwet, waarin de wettelijke regeling
van de gehele decentralisatie van het totaal