414 18 APRIL 1977 sociaal-culturele werk is opgenomen, nog op zich laat wachten. De vergaande plannen van C.R.M. om het welzijnswerk voortaan door de gemeenten en pro vincies te laten bepalen en betalen, zij het dat het ministerie daarbij natuurlijk een vinger in de pap blijft houden, dienen derhalve te worden uitge steld. Vlak na het tot stand komen van het interim rapport was dit evenwel nog niet te voorzien, zodat het eigenlijk ook niet als excuus mag gelden. Dit neemt natuurlijk niet weg dat mijn fractie grote waardering heeft voor de prestaties die uw college bij de behandeling van deze moeilijke materie heeft geleverd. Ook hebben wij er wel begrip voor dat er enige tijd voor nodig was om tot een oordeel over deze materie te komen of er althans mee bekend te raken. Derhalve zal ik niet verder ingaan op het feit dat het nogal lang heeft geduurd voordat wij dit preadvies konden gaan bespreken. In de tweede plaats wil ik opmerken dat het college zich zelfs in de terminologie geheel laat leiden door het interimrapport, hetgeen naar mijn mening op zichzelf juist en goed is. Ook voor het college is permanente educatie natuurlijk altijd "terra incognita" geweest en hetzelfde zal ook wel voor 99 van de Bredase burgerij gelden. Dat in artikel 14 van de rijksbijdrageregeling "vormings- en ontwikkelingswerk voor volwassenen" dan toch nog inspraak van de burgers wordt gewenst is een voor uitlopen op het meer algemeen worden van de inhoud en onderdelen van de permanente educatie, is met andere woorden "toekomstmuziek". Als ook de V.N.G. bij haar procedure-voorstel voor een projectgroep "educatief plan" een op de burgerij gerichte stimu leringsstrategie manifestaties, hearings en der gelijke wenst, dan is dat prachtig maar daarom nog niet doelmatig, want er is geen mens die daar op afkomt en zo er iemand op afkomt dan begrijpt hij waarschijnlijk in de verste verte niet waarover het gaat. In de toekomst zal daarin wel verandering komen, maar men moet nu eenmaal rekening houden met de werkelijkheid van dit moment. Derhalve zou

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 414