g
18 APRIL 1977 435
.ing
sterkere behoefte aan permanente educatie was en
ze
dat er door middel van samenbundeling van het reeds
bestaande aanbod in Breda in deze toegenomen behoef
te zou kunnen worden voorzien. Vervolgens is dan
ïi-
ook in die motie het verzoek aan het college uitge
ral-
sproken om aan deze samenwerking verder gestalte te
tot
geven.
edu-
Het preadvies dat thans ter tafel ligt heeft
lort-
betrekking op een andere aangelegenheid, want on
zo-
danks het feit dat daarin de uitspraak wordt ge
de
daan dat permanente educatie een principe van be
leid is dat uitgangspunt en toetsingsorgaan moet
lar-
zijn, ligt het accent vandaag veel nadrukkelijker
.k
op een uitwerking in de geest van de rijksbijdrage
1
regeling vormings- en ontwikkelingswerk voor vol
ir-
wassenen. In de tussenliggende periode hebben wij
--
naar ik meen waarlijk niet stilgezeten. Naast het
uitbrengen van het interimrapport met daarin een
vrij uitvoerige inventarisatie waarbij ik met
met
een aanteken dat deze nochtans niet volledig is
maar als wij vandaag een volledige inventarisatie
lar
op tafel zouden leggen zou deze morgen al weer on
volledig blijken te zijn is naar mijn mening
hier en daar toch wel wat gebeurd. Er zijn gelden
>rs,
vrijgemaakt op de begroting en voorts is permanente
re
educatie nadrukkelijk een van de taakstellingen van
es
de "Beyerd" geworden, waarvoor ook een educatief
>ling
medewerker bij de "Beyerd" is aangesteld. Ook heeft
uw raad ingestemd met het aanstellen van een educa
tief medewerker bij de stadsschouwburg en is er een
>k
medewerker van het bureau culturele zaken, die als
ie-
projectleider kan gaan optreden in het kader van
j-
de rijksbijdrageregelingen. Derhalve moet ik van
en
daag in deze discussie het accent leggen op de we
gen waarlangs en de manier waarop uw raad dit pro
nen-
ces van permanente educatie in Breda verder gestal
te wil geven. De wegen waarlangs en de manier waar
d
op worden niet onbelangrijk beïnvloed door de rijks
bijdrageregelingen vormings- en ontwikkelingswerk
e
en het concept rijksbijdrageregeling voor het so
ciaal-culturele werk.