438
18 APRIL 1977
preadvies weliswaar minder goed naar voren gekomen,
maar naar ik meen geeft de thans gevonden formule
ring daarover voldoende uitsluitsel. Wij willen er
voor waken dat men in de projectgroep met elkaar
gaat zitten bakkeleien over een ongeveer anderhal
ve meter hoge stapel aan discussiemateriaal over
bijvoorbeeld de contourennota, want als dat gebeurt
ben ik bang dat het beleidsplan waarom het feite
lijk gaat in ieder geval blijft liggen en zeker
niet gereed zal komen vóór de data die daarvoor
staan. De projectleider mag wat mij betreft aanwe
zig zijn bij de vergaderingen van de commissie ad
hoe; nochtans ben ik van mening dat daarop kom
ik dadelijk nog terug bij de beantwoording van de
vragen van de heer Oomen met name de commissie
ad hoe haar eigen werkwijze moet vaststellen. Wan
neer zij anderen uitnodigt om daarbij aanwezig te
zijn, dan regardeert dat in eerste instantie haar
zelf.
Tenslotte heeft de heer Visser gevraagd of er
een tendens tot pessimisme bij het college bestaat,
wegens de gelimiteerde rijksbijdrage. Ik wil dat
bepaald niet als pessimisme vertolken, maar wij
concluderen wèl met elkaar dat de staatssecretaris
in zijn toelichtingen herhaalde malen heeft gezegd
dat wij er wel aan moeten denken dat aan het eind
van de rit de verhoudingen budgettair neutraal zul
len dienen te zijn ik spreek nu heel nadrukke
lijk over de rijksbijdrageregeling voor het vor-
mings- en ontwikkelingswerk voor volwassenen
hetgeen betekent dat datgene wat thans beschikbaar
is ook in de toekomst beschikbaar zal zijn en dat
daaraan geen middelen zullen worden toegevoegd. Wan
neer je nu extra accenten gaat leggen die een uit
breiding van het apparaat dat deze taak moet reali
seren en van de begeleidende procedures tot gevolg
hebben, dan zal daar tenminste een deeltje ik
durf bij benadering nog niet te zeggen welk deel
van de middelen in gaan zitten, hetgeen betekent
dat er voor de organisatie van het werk zelf min
der aan middelen overblijft. Ik wil dit bepaald