440 I8 APRIL 1977 20,11 per inwoner. Naar ik meen is het bedrag si van 19,29 geënt op de thans geldende situatie en v dus niet bepaald op basis van nieuwe normeringen. Ik meen dat te kunnen zeggen en zal het wel bij het j goede eind hebben, maar wij zullen deze antwoorden s zeker nog in de commissie cultuur behandelen indien s daarover vragen zijn. Ik vind het alleen op dit t moment erg prematuur hierop in te gaan omdat, zoals i ik reeds heb gezegd, de concept-rijksbijdragerege- v ling in de ijskast ligt en nog niet is vastgesteld, h hetgeen er waarschijnlijk vooralsnog ook niet van o zal komen. Wij spreken nogmaals gezegd met betrek- e king tot dit preadvies over de andere rijksbijdra- 1 geregeling en ik moet er toch wel zoveel mogelijk p voor waken dat in de discussies in deze raad deze a verschillende regelingen herhaaldelijk door elkaar e worden gehaald. i Tenslotte heeft de heer Oomen een aantal vra- d gen gesteld over de taak en de samenstelling van p de projectgroep. Ik geloof dat punt III. van het t besluit beter geformuleerd had kunnen worden, want n naar het zich laat aanzien moet er inderdaad rond d 1 november een plan komen. Het is niet exact 1 no- k vember, zoals in de rijksbijdrageregeling staat, e want naar wij hebben vernomen zal te dien aanzien m enig soelaas worden geboden wegens het feit dat de- z ze eis de meeste gemeenten nogal heeft overvallen. a Hoewel in het voorstel staat dat dit voor eind 1977 o moet gebeuren zou ik vooralsnog de datum van 1 no- r vember willen aanhouden, omdat daarover op dit mo- e ment in elk geval zekerheid bestaat. Er moet in e ieder geval een plan tot stand komen in het kader g van deze rijksbijdrageregeling voor het vormings- en ontwikkelingswerk, hetgeen niet identiek is met p het educatief plan zoals dat is omschreven in de 1 andere rijksbijdrageregeling. Als men het plan in C het kader van de rijksbijdrageregeling voor het vor- r mings- en ontwikkelingswerk een globaal educatief v plan wenst te noemen, heb ik daartegen niet zoveel ir bezwaren, zij het dat als gevolg daarvan wederom c verwarring kan optreden met de regeling van het 1

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 440