m 442 18 APRIL 1977 Oomen heeft het geciteerd heeft betrekking op d; het plan. In artikel 13 wordt dwingend voorgeschre- d< ven dat allen bij het plan moeten worden betrokken, u: terwijl bovendien precies wordt vermeld wat er in wi dat plan moet worden opgenomen en op welke wijze het b, tot stand dient te komen. Artikel 13 handelt niet over de samenstelling van de projectgroep en ik h< zou de raad dan ook willen voorstellen deze taak s. aan het college over te laten, waarbij wij uiter- w< aard gebruik zullen maken van alle kennis en ver- v; worvenheden van de ambtelijke projectgroep die tot n dusverre de materie heeft begeleid. di Voorts heeft de heer Oomen gevraagd welke de betekenis is van de zinsnede "geen wijzigingen aan- v. brengen althans gedurende de periode dat dit i: plan in voorbereiding is in de bestaande situa- h tie". Deze uitspraak betekent dat wij naar onze d mening de bestaande situatie zo mogelijk dienen te v continueren maar dat wij ervoor moeten waken de N inmiddels verkregen ruimte reeds op dit moment met d verplichtingen voor vele jaren vast te leggen. Op v die manier zouden wij straks, eind 1977, met een 1 plan zitten waarvan wij vinden dat het goed is en t zou moeten worden ingevuld, terwijl het geld inmid- m dels voor andere doeleinden is uitgegeven. Wat dat z betreft prefereren wij het de situatie tenminste h tot aan het eind van dit jaar te laten voortbestaan z en vervolgens aan de hand van het door de raad vast- w gestelde plan te bezien hoe de geldstromen dus d ook de geldstromen van het rijk die daarna via de v gemeente worden geleid in de verschillende rich- w tingen moeten worden gekanaliseerd. Tenslotte heeft de heer Oomen gevraagd naar v de taak en de werkwijze van de commissie ad hoc. d Naar ik meen moet de commissie ad hoe inderdaad de z dagelijkse begeleiding tot taak krijgen, hoewel ik g het woord "dagelijks" toch wel graag tussen aanha- i lingstekens wil plaatsen, omdat ik van oordeel ben 1 dat de raadsleden die in een commissie worden be noemd het toch niet tot hun taak moeten rekenen s dagelijks iets te gaan begeleiden. Ik vind wel h

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 442