448
18 APRIL 1977
moet het niet over permanente educatie hebben, maar su
over het preadvies, waarvan de inhoud natuurlijk
betrekking heeft op de permanente educatie. op
De wethouder heeft het feit dat het lang heeft IS
geduurd voordat het interimrapport en het preadvies, mc
na in de vier raadscommissies te zijn besproken, he
zijn uitgebracht naar mijn oordeel op acceptabele mi
wijze verklaard. Ik kan mij voorstellen dat het ha
als je met vier wethouders, bijna het voltallige ge
college, te maken hebt nogal lang moet duren, wil- pe
len de plannen rond komen. Ook accepteer ik het oc
voorstel om de projectgroep en de commissie ad hoe er
goed uit elkaar te houden. dé
Daarmee kom ik tevens tot hetgeen de heer
Oomen heeft gezegd. Hij heeft evenals ik daarom va
ben ik het van harte met hem eens gezegd dat wij be
vóór eind 1977 gereed moeten komen met het maken pi
van een ontwerpplan voor plaatselijk vormings- en be
ontwikkelingswerk voor 1978. Dit kan natuurlijk aa
worden gerealiseerd wanneer de projectgroep zo snel hd
mogelijk aan het werk gaat en zo snel mogelijk hc
wordt ingesteld en wanneer het voornemen daartoe bi
zo snel mogelijk wordt bekendgemaakt. Daarover zou ge
ik twee opmerkingen willen maken. Het is zeker dat mc
er vanuit Den Haag sprake is van uitstel van de le
decentralisatie-voornemens, omdat de kaderwet waar- sj
in alle aspecten van de decentralisatie worden be- ki
handeld en dat zijn er nogal wat niet door p;
het huidige kabinet tot stand kan worden gebracht. sc
Indien het volgend kabinet het wetsvoorstel kader- re
wet overneemt, dan krijgen wij nog uitstel voor li
een periode van een jaar. Daarvan mogen wij echter a!
volstrekt niet uitgaan, omdat dan immers de rijks- 1;
subsidieregeling nog een jaar van kracht blijft te
en de rijksbijdrageregeling pas per 1 januari 1979 O]
zal ingaan. Op grond daarvan kunnen wij dus wat sj
de pecunia betreft voorlopig de boot niet missen, z<
zodat dit argument van de baan is. Wij hebben ech
ter wel zo spoedig mogelijk een ontwerpplan nodig oc
teneinde volgend jaar aan de slag te kunnen gaan en g<
via de gebruikelijke subsidieregelingen te kunnen w;