458
18 APRIL 1977
De VOORZITTER: Aan de orde is het nemen van RC
een beslissing over het voorstel van burgemeester
en wethouders.
de
De heer OOMEN: Ik zou graag een stemverklaring tv
willen afleggen. Wij vinden de reactie van het col- ve
lege op onze beide moties een beetje beneden peil. gi
Het gevolg is dat we met een voorstel zitten dat kc
niet in de richting van een groot bos met elkaar B.
kruisende bomen, maar in de richting van een klein ai
plantje gaat. Graag hadden wij een aanpak gezien t:
die meer het totale gebied bestrijkt dan de aanpak bi
die in het collegevoorstel besloten ligt. We hebben vc
bezwaren tegen de enge opzet en we voorzien, mede mc
met het oog op de teksten van de diverse thans vi- tc
gerende regelingen, dat zich via beroepsprocedures
conflicten zullen voordoen tussen de overheid en wc
het particulier initiatief. d<
d;
Wethouder SANDBERG: Er is slechts één thans w;
vigerende regeling. ei
ti
De heer OOMEN: De wethouder heeft gelijk, ik 1.
loop op de gebeurtenissen vooruit, maar straks zal ki
die andere regeling ook problemen opleveren. Men oi
verwacht nu wel dat onze moties tot vertraging zou- s'
den leiden, maar we zullen straks met een dubbele ni
vertraging worden geconfronteerd als we gaan werken
aan een omvangrijker educatief plan zoals ik in F
mijn inleiding heb geschetst. d
Desondanks zijn onze fracties van mening dat t
het ter tafel liggende voorstel mogelijkheden be
vat om in de goede richting te werken. Wij gaan
dan ook, zij het met de genoemde bezwaren, met het w
voorstel akkoord. d
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna over- D
eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethou
ders besloten.
D