471 12 MEI 1977 ordening, delen wij U het volgende mede. Reeds een aantal jaren geleden is in de commissie ruimtelijke ordening afgesproken, dat als regel de artikel 19 gevallen niet meer geagendeerd zouden worden voor de vergaderingen van die commissie. De commissie ruimtelijke ordening is of althans kan veelal indirect op de hoogte zijn van komende toepassingen van artikel 19 van de Wet op de ruim telijke ordening. Artikel 19 van die Wet kan immers alleen worden toegepast op basis van een door de gemeenteraad genomen voorbereidingsbesluit of nadat een ontwerp van een herziening van een bestemmingsplan ter visie is gelegd. Voordat een dergelijk ontwerpplan in het kader van de formele wettelijke procedure ter inzage wordt gelegd, wordt het ontwerp ter kennis gebracht van de commissie ruimtelijke orde ning Wij hebben er echter gc^n bezwaar tegen om af schriften van openbare bekendmakingen inzake toe passingen van artikel 19 van de Wet op de ruimte lijke ordening of van verzoeken van ons college aan gedeputeerde staten tot afgifte van verklarin gen van geen bezwaar, in gevallen waarin geen openbare bekendmaking is vereist, in een afzonder lijke map in het Praathuis voor de leden van de commissies ruimtelijke ordening en openbare werken ter visie te leggen. Indien U nadere informatie over de plannen wilt hebben kunt U zich wenden tot bureau voorlichting of de afdeling stadsontwikkeling ter secretarie. Het bovenstaande stemt overeen met de suggestie van de voorzitter van de commissie ruimtelijke or dening aan die commissie gedaan op 31 maart 1977. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stem ming wordt ten aanzien van de ingekomen stukken overeenkomstig het door burgemeester en wethouders voorgestelde besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 471