487
12 MEI 1977
goede, adequate huisvesting zoals de mensen die
zelf wilden. Er zal in ieder geval te werk moeten
worden gegaan in overleg met de betrokkenen, waar
mee ik dan de omliggende gemeenten, alsmede de
huidige en toekomstige bewoners van de woonwagen
centra bedoel.
De C.D.A.-fractie heeft er alle vertrouwen
in dat het college in het bijzonder wethouder
De Raaff in de toekomst alles zal doen om voor
deze mensen een goede leefbare situatie te berei
ken. Ik denk dat de Bredase gemeenteraad goed moet
beseffen daarbij aangewezen te zijn op de mede
werking van de omliggende gemeenten.
Wethouder DE RAAFF: De gedeputeerde, die ik
in verband met woonwagenzaken bijna elke week
twee of drie keer zie, zal dolblij zijn als we
zover zijn dat de 135 standplaatsen van Breda over
de regio worden verdeeld en hij zal in zijn handen
klappen als we het aantal woonwagens hebben terug
gebracht tot zestig. Ik wijs erop dat men op het
ogenblik in Tilburg een nieuw kamp ter grootte van
vijftig standplaatsen aan het bouwen is. De gede
puteerde zal daar ongetwijfeld zijn goedkeuring
aan hebben gehecht, want anders zou men er niet
aan zijn begonnen. De voltooiing van een kamp van
zeventig standplaatsen in Roosendaal heeft zojuist
plaatsgevonden of is de volgende week te verwach
ten. Wij liggen geografisch en wat de getallen be
treft mooi tussen deze beide grote steden in. Als
wij in Breda zo ver komen dat het kamp leefbaarder
is dan op het ogenblik en dat er zestig stand
plaatsen zijn, valt mijns inziens ten aanzien van
de omvang geen enkele moeilijkheid met gedeputeer
de staten of met C.R.M. te verwachten.
Dit neemt niet weg dat zich ontwikkelingen
kunnen voordoen die tot de vraag leiden of naar
kleinere kampen moet worden gestreefd. Deze ont
wikkelingen kunnen we dan te zijner tijd beoorde
len. In dit verband heeft de heer Van Dongen zich
terecht afgevraagd of alle woonwagenbewoners nu