489 12 MEI 1977 pelijke regeling. Voor bestemmingsplannen bestaat een wettelijke procedure, maar als wij straks tot de vestiging van vier centra zouden besluiten, moet dan de wijziging van de gemeenschappelijke regeling door alle deelnemende gemeenten worden goedgekeurd of wijzigt Breda de regeling zelf? Wethouder DE RAAFF: Nee, de gemeenschappelij ke regeling betreft alle gemeenten en bevat een duidelijke omschrijving van de plaats en het ka dastraal nummer van het huidige centrum. Zonder het eerst aan de deskundigen te hebben gevraagd, ben ik van mening dat de gemeenschappelijke rege ling in dat geval met medewerking van de andere gemeenten zal moeten worden gewijzigd. Ik kan me niet voorstellen dat er één gemeente bezwaar zou hebben als binnen Breda een spreiding van centra zou plaatsvinden. Overigens dank ik de heer Van Dongen voor zijn zeer vriendelijke woorden en voor het ver trouwen dat hij in het college en één van de wet houders stelt. De VOORZITTER: De heer Van Dun wil op het ge bied van de ruimtelijke ordening iets toevoegen aan hetgeen reeds is gezegd. Wethouder VAN DUN: Ik wil het gesprek dat de heer De Raaff en ik vanmiddag hebben gehad, niet ontkrachten en ik wil hem niet corrigeren, maar het is misschien toch goed even duidelijk te ma ken hoe de situatie exact is. Daaraan wil ik dan nog een persoonlijk woord toevoegen omdat de dis cussie over de situering van het woonwagencentrum Nieuw-Ginneken is ontstaan naar aanleiding van een vraag van de heer Ten Wolde in de commissie ruim telijke ordening. Toen hij vroeg of het college van die situering op de hoogte was, heb ik geant woord dat wij bestuurlijk niet op de hoogte waren dat wij bij geruchte hadden vernomen welke situe ring uit de bus zou kunnen komen. Wat ons betreft is dat nog steeds een gerucht. Het enige dat we in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 489