12 MEI 1977
490
de krant hebben kunnen lezen is dat volgens de
burgemeester van Nieuw-Ginneken de gedachten in
die gemeente die kant uit gaan. Persoonlijk zou ik
het jammer vinden als we, wellicht niet ten on
rechte maar in ieder geval ook niet op basis van
bestuurlijke informatie, met de gemeente Nieuw-Gin
neken zouden gaan polariseren.
In de tweede plaats: wat de heer Koertshuis
als niet-deskundige heeft vernomen klopt precies.
Ik zou het als volgt willen formuleren. In geval
van bestemmingsplanwijzigingen met betrekking tot
stukken grond die aan andere gemeenten grenzen,
geldt niet dat er overlég moet worden gepleegd
maar dat de bestemmingsplanwijziging of het nieuwe
bestemmingsplan dertig dagen in de aanpalende ge
meente ter visie moet liggen: die gemeente kan dan
ook officieel bezwaar aantekenen. Mocht het ooit
zo ver komen -- wat ik nog steeds niet hoop dat
een dergelijke situatie zich voordoet en dat wij
aanleiding vinden om bezwaar aan te tekenen, dan
zullen wij de raad voorstellen conform artikel 10
van de wet op de ruimtelijke ordening tegen de be
doelingen die men heeft bezwaar te maken.
Nog één aanvullende informatie: het is niet
altijd zo dat voor vestiging van woonwagenkampjes
in Breda bestemmingsplanwijzigingen nodig zijn.
Formeel bestaat altijd de mogelijkheid dat in een
gebied met een ruim omschreven bestemming woonwa
gencentra worden gevestigd.
De VOORZITTER: Dames en heren. Het debat is
hiermee afgesloten en ik zou de heer Oomen willen
vragen wat er met het amendement moet gebeuren.
De heer OOMEN: Ik zou u willen vragen de ver
gadering voor twee of drie minuten te schorsen.
De VOORZITTER: Dat zal gebeuren. Ik schors de
vergadering
SCHORSING.
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Kan