493
12 MEI 1977
verduidelijkt wat precies de taak bij de nieuwe
procedure van het gerontologisch team zal zijn.
De heer OOMEN: Om de heer Van Dongen niet te
veel te vermoeien zal ik het verhaal over integra
tie dat ik ten aanzien van de woonwagenbewoners
heb gehouden niet herhalen, hoewel ik letterlijk
hetzelfde zou kunnen zeggen. Men zal begrijpen dat
het voor mij geen theorieën maar praktijksituaties
zijn, want ik heb ermee te maken gehad. Bovendien
staan wij achter hetgeen wij in theorie verkondi
gen en doen wij pogingen met anderen om er concreet
vorm aan te geven.
Dat geldt ook voor de groep van de bevolking
die nu aan de orde is: de bejaarden. Wij vinden
het erg positief dat er een commissie is ingesteld
en dat een beroepsregeling zal worden vastgesteld,
omdat op die manier de bejaarden over meer rechts
zekerheid beschikken als ze in een bejaardentehuis
willen worden opgenomen of anderszins voorzienin
gen behoeven.
Het is jammer dat een aantal jaren lang een
beleid heeft gegolden waarbij bejaarden geacht
werden naar een bejaardentehuis te gaan omdat de
opvattingen in de gemeenschap in die richting gin
gen. Vroeger, maar nog niet zo lang geleden, was
het zo dat bejaarden de functie van waardevolle
raadgevers in de maatschappij vervulden en daardoor
zinnig bezig waren. Te betreuren valt dat een aan
tal jaren lang de opvatting heeft gegolden dat het
beter zou zijn als bejaarden in een bejaardentehuis
zouden wonen. Nu de indicatiecommissie is inge
steld, bestaat gelukkig de mogelijkheid dat er over
opneming in een bejaardentehuis wordt geadviseerd,
terwijl bovendien met het oog op de concrete situ
atie van individuele bejaarden adviezen kunnen wor
den gegeven over de wijze waarop een bejaarde on
danks moeilijkheden die hij heeft toch in de omge
ving waarin hij woont kan blijven functioneren.
Het is zaak dat de bejaarden niet wordt afgeschermd
of opgeborgen, zoals sommigen ten onrechte wel eens
zeggen, maar dat hij bereikbaar blijft voor de