517 12 MEI 1977 geving of voor het imago van de stad; het heeft over het algemeen op dat imago een positief effect. De lokatie is in het ter tafel liggende voorstel niet aan de orde, maar zal zoals ik al zei bij een eventuele vestiging een punt van uitgebreid over leg met de Stichting moeten zijn. Ik meen dat niet zonder meer kan worden gesteld dat een casinoves tiging aan een project in de jeugdwerksfeer zou moeten worden gekoppeld en ik kan niet inzien waarom een dergelijke koppeling moet worden ge maakt. Ook als wij een andersoortig bedrijf binnen de gemeentegrenzen halen, wordt niet van het col lege verlangd dat het onmiddellijk iets in een an dere sector op touw zet. Een casino is immers voor een deel gewoon een bedrijf, zoals er ook andere bedrijven naar Breda zijn gekomen. Vervolgens wijs ik erop dat volgens het voorstel een casino noch directe noch indirecte kosten met zich meebrengt. Er is alleen sprake van de normale kosten die de gemeente heeft en die van de overheid bij het aan trekken van een zo belangrijk object mogen worden verwacht. Het punt achter het vierde gedachten- streepje in de motie heb ik naar ik meen al aan de orde gesteld: tengevolge van een in de Kamer be handeld amendement vloeien de exploitatiesaldi mijns inziens terecht naar de staat toe. Op rijksniveau zal moeten worden uitgemaakt welke controlemogelijkheden en administratie-organisato rische maatregelen er nodig zijn om wat dat be treft de zaak in de hand te houden. Tot slot wil ik nog ingaan op een vraag van de heer Veelenturf. Op enig moment in de ontwikke ling van het casinovoorstel is aan de orde geweest dat door de revenuen uit casino's in het bijzonder de steden waar zij gevestigd zouden zijn voordelen op het toeristisch vlak zouden kunnen hebben. Dit is uit de uiteindelijk totstandgekomen wet ge schrapt. Men kan zeggen dat de middelen aan de "algemene rijkspot" toevloeien, maar dat in de toekomst zeker op cultureel maar ook op toeris tisch gebied het nodige van de rijksoverheid mag

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 517