12 MEI 1977
530
geluidsniveau maakt. Nu kunnen we daarover natuur
lijk urenlang gaan praten, maar we hebben in 1970
en 1969 al tegen elkaar gezegd dat daar een woon
gebied zou komen en het is niet goed denkbaar
daarop nu terug te komen omdat de ligging niet
ideaal is. Ik wil niet zeggen dat van de meest
uitstekende ligging voor een woongebied mag worden
gesproken, hoewel ik geloof dat, gezien de ge
luidsniveauvoorzieningen die zojuist zijn bespro
ken, een ideaal woongebied voor de Bredanaar tot
stand zal kunnen komen.
Ik wijs er overigens op dat niet alleen de
provincie maar ook het rijk ons met betrekking
tot het geluidsniveau heeft geadviseerd. We hebben
dit alles tevens doorgenomen met de rijksinspec
teur van volksgezondheid en milieuhygiëne, die
ter zake zijn goedkeuring aan dit plan heeft moe
ten hechten.
Een heel merkwaardige opmerking van mevrouw
Muntjewerff is die over de bewinkeling. Misschien
moet zij eens in de notulen van ons raadsgebeuren
duiken: ik voer haar terug naar 1970, toen we een
nota hebben geaccepteerd die was opgesteld door
het C.I.M.K. en waarbij tevens een beleidsnota
van de sociografische dienst aan de orde kwam. Bij
die gelegenheid is vastgesteld dat ter wille van
het opkrikken van het winkelbestand in Princenha-
ge-kern de wijken Princenhage Noord, West I en
West II zonder bewinkeling zouden worden gebouwd.
Op die manier zou een bevolkingsdruk op de kern
Princenhage tot stand komen, waar op dat ogenblik
een onderkomen winkelsituatie bestond. Tot onze
verheugenis mogen we zeggen dat door eigen inspan
ning van de middenstand, maar ook door de woonbe
bouwing die we tegen de kern aan hebben gelegd,
een enorme verbetering in het winkelapparaat is
opgetreden. Het betreft hier een beleidsuitgangs
punt van het coll^ae, onderschreven door de raad.
Ik kan mij voorstellen ciat mevrouw Muntje
werff zich met het oog op de bejaarden zorgen
maakt. Ik geloof dat je, als je bovenbedoelde