12 MEI 1977 534 De Stichting Gemeenschapshuis Tuinzigt ging aan de slag en in de noodaccommodatie gonsde het van de activiteiten. Toen kwam pas goed aan het licht hoe gebrekkig die accommodatie eigenlijk was, zodat we met recht van een "noodverband" konden spreken. Er was echter geen geld. Het stichtings bestuur heeft zich daarbij neergelegd, maar toen op een andere plaats van Breda wèl een gemeen schapshuis tot stand kwam sloeg de vlam pas goed in de pan. Men richtte zich met alle middelen tot de gemeenteraadsleden en wij zijn trots als C.D.A-fractie te kunnen zeggen dat we hier onmid dellijk op zijn ingesprongen en dat wij mee hebben mogen helpen deze mensen de weg naar C.R.M. in Rijswijk te wijzen. Het resultaat van een en ander ligt nu vóór ons. Wij zijn met dit voorstel erg gelukkig. Er komt nu in oud en nieuw Tuinzigt een echt gemeen- schapshart. en dat mag ook wel als we bedenken dat hier 3.100 gezinnen omheen gegroepeerd zijn. Men heeft bijzonder veel plannen, variërend van het onderbrengen van een peuterspeelzaal, een bejaar denontmoetingsruimte en een jeugdsoos, tot het on derdak bieden aan allerlei soort wijkvergaderin gen, tafeltennisactiviteiten, biljartactiviteiten en bejaardengymnastiekZo kan ik nog wel even doorgaan en men kan zich dan ook nu reeds terecht de vraag stellen of deze accommodatie ondanks alle vreugde wel toereikend zal zijn. In dit verband zou ik de wethouder willen vragen of men al plan nen voor de noodaccommodatie heeft, met het oog op de tijd waarin de nieuwbouw gereed zal zijn. Het zou wel eens kunnen zijn dat de Stichting van me ning is dat de activiteiten onvoldoende in het nieuwe gemeenschapshuis kunnen plaatsvinden. An ders gezegd: ik zou het bijzonder op prijs stellen als het college, alvorens plannen met betrekking tot de noodaccommodatie te gaan uitvoeren, eerst contact met het stichtingsbestuur zou willen opne men om daarover te praten. Van deze gelegenheid wil ik gebruik maken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 533