12 MEI 1977
556
ik nog zeggen dat hier nu niet een onderwerp aan
de orde is waar we ineens mee worden overdonderd
en waarmee we nog geen enkele ervaringhebben. Ik
verwijs in dit verband naar 1970, toen de heer Van
Asseldonk nog geen lid van de raad was, maar enke
le anderen gelukkig wèl. In 1970 heeft de gemeen
teraad van Breda een democratiseringscommissie in
het leven geroepen, die een soortgelijke structuur
en een soortgelijke wettelijke basis had. De raad
ontleent de bevoegdheid tot het instellen van de
ze commissie aan de gemeentewet, artikel 61, waar
in wordt bepaald dat de raad commissieskan instel
len en de bevoegdheid en de samenstelling daarvan
regelt. Het gaat dan om het instellen van commis
sies met het oog op de behartiging van bepaalde
dingen. Kortom, de raad kan deze commissie in het
leven roepen: hij haalt dat uit zijn eigen bevoegd
heden
De heer Van Asseldonk heeft voorts gevraagd
of de commissie tot spoed kan manen. Uiteraard kan
de commissie tot spoed manen; zij kan ook tot ver
traging manen wanneer ze vindt dat men met de
werkzaamheden te hard van stapel loopt of dat er
niet zorgvuldig genoeg wordt gewerkt. Ook kunnen
er suggesties worden gedaan, maar die kunnen geen
dwingend karakter dragen. De projectgroep heeft
geen verplichting tot overname, maar is een zelf
standige groep met een eigen taakstelling. "Bege
leiden" betekent dat je suggesties kunt geven, al
leen, in meerderheid of unaniem. Je kunt ook géén
suggesties geven, maar in ieder geval heeft de
projectgroep een eigen verantwoordelijkheid en
taakstelling. De begeleidingscommissie heeft geen
bevoegdheden, want het is de raad die bevoegdheden
heeft. De raad krijgt straks een educatief plan
aangeboden, dat hopelijk op 1 november 1977 op ta
fel zal liggen, en het is dan de bevoegdheid van
de raad daarover een besluit te nemen. De bevoegd
heid wordt niet aan de begeleidingscommissie gede
legeerd. Aan het gemakkelijker maken van dat be
sluitvormingsproces aan het eind van het jaar kan