23 JUNI 1977
581
opschrift "Ginneken" op de invalswegen van de
voormalige gemeente Ginneken en Bavel te plaatsen
niet in gunstige overweging kunnen nemen. Borden
met plaatsnaamaanduiding zoals bedoeld bij de mo
dellen 3 en 4 van bijlage II van het reglement
verkeersregels en verkeerstekens mogen slechts ge
plaatst worden op de grens van de bebouwde kom
van een gemeenteof van een onderdeel van een
gemeente met een eigen bebouwde kom.
De punten 3 en 4 van Uw brief zijn, gezien het
vorenstaande, in dit verband thans niet meer re
levant.
VRAAG (gesteld d.d. 26-11-1976 ing. art. 40, 2e
lid R.v.O.)
hr. van Banning
Geacht college,
1Enige inwoners van Princenhage hebben mij ge
vraagd naar de juistheid van Uw voornemen tot
het oprichten van een tijdelijke huisvesting
van een kleuterschool op het terrein gelegen
tussen het Kerkhof en de R.K. Kerk te Princen
hage (tegenover de pastorie)
2. Vorenbedoeld terrein behoort oorspronkelijk
tot het oudste deel van het kerkhof en is on
langs ontdaan van de uiterlijke kenmerken
daarvan door het verwijderen van stenen, krui
sen e.d.
3. Het terrein is thans van een grasmat voorzien.
Bekend is evenwel, dat op geringe diepte delen
van skeletten worden aangetroffen.
4. Het aanbrengen van een tijdelijke voorziening
wordt door meerdere oudere bewoners van Prin
cenhage als onbegrijpelijk en ondenkbaar erva
ren.
5. Gaarne zal ik van U vernemen:
a, of het juist is, dat het in Uw voornemen
ligt op de door mij hiervoren aangeduide
plaats tot de vestiging van een kleuter
school over te gaan;