23 JUNI 1977
583
moet zijn gesitueerd in het centrum van Princen-
hage en wel zo dicht mogelijk nabij het terrein
waarop te zijner tijd de definitieve huisvesting
van die school zal worden gerealiseerd.
Terreinen in het centrum van Princenhage waarop
tijdelijke lokalen kunnen worden geplaatst zijn,
te meer daar voor het openbaar onderwijs in een
overeenkomstige situatie ook reeds tijdelijke
voorzieningen moesten worden getroffen op het voor
openbaar groen bestemde terrein, niet voorhanden.
Het r.k. kerkbestuur van de parochie H. Martinus
is toen zo bereidwillig geweest in te stemmen met
het gebruik van het terrein voormalige begraaf
plaats nabij het kerkgebouw.
Inmiddels hebben wij aan het college van gedepu
teerde staten een verzoek gericht om het nodige
verlof te bekomen als bedoeld in artikel 16, vier
de lid, van de wet op de lijkbezorging voor het
doen plaatsen van de meerbedoelde lokalen op het
aangegeven terrein.
Wij zijn er ons terdege van bewust dat de situe
ring van de lokalen op het terrein van de voorma
lige begraafplaats specifieke eisen stelt. U mag
er zich dan ook van overtuigd houden dat wij zeer
zorgvuldig alle voorwaarden, welke zullen zijn
verbonden aan het verkrijgen van de hiervoren be
doelde toestemming, zullen doen nakomen bij het
oprichten van de tijdelijke lokalen.
De tijdelijke lokalen zullen gedurende een perio
de van twee tot maximaal 3 jaar in gebruik zijn
bij het r.k. kleuteronderwijs en daarna direct
worden verwijderd om elders te worden ingezet.
De door U aangedragen mogelijkheid voor een alter
natieve situering op het terrein gelegen achter
het perceel Dreef 8 kan niet in aanmerking komen
omdat bij ingebruikname daarvan de toekomstige
ontwikkelingen van de gemeenschapsaccommodatie
Dreef 8 te zeer worden geblokkeerd en omdat dit
terrein als te moeilijk bereikbaar is aan te mer
ken,