23 JUNI 1977 605 betrekking tot het al dan niet wijzigen van het bestemmingsplan kenbaar gemaakt. De argumenten waarop we ons standpunt in de commissie hebben gebaseerd, gelden thans nog steeds. De heer GOOS: Ik sluit mij bij de mijns in ziens volkomen juiste opmerkingen van de heer Ten Wolde aan. Hij heeft gememoreerd wat zich in de vergadering van de commissie ruimtelijke ordening heeft afgespeeld: wij hebben ons geconformeerd aan de standpunten die al eerder in de raadsver gadering waren ingenomen. De VOORZITTER: Een aantal leden van de raad toevallig ook leden van de commissie ruimtelij ke ordening heeft zich nu over het advies uit gesproken. Mag ik aannemen dat de raad met het ad vies kan instemmen? Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: De aanwezi ge leden van de fracties van P.v.d.A. en P.P.R. stemmen niet met het advies in. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het advies van de commissie ruim telijke ordening besloten, onder aantekening dat mevrouw Giebels-Sprengersmevrouw Muntjewerff- van den Hul, de heren Crul, Dreef, Hendriksen, Kaarsemaker, Martens en Pacquay geacht willen wor den te hebben tegengestemd. 37. bijlage nr. 226. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET GARANDEREN VAN DE BETALING VAN RENTE EN AFLOSSING VAN DE DOOR DE STICHTING KATHOLIE KE BEGRAAFPLAATSEN BREDA TE SLUITEN GELDLE NING IN KADER BOUW CREMATORIUM. (B) De heer KAARSEMAKER: De federatie van frac ties van P.v.d.A. en P.P.R. heeft op 21 maart, toen het voorstel tot het geven van verlof aan de Stichting voor het vestigen van een crematorium aan de orde was, tegen dat voorstel gestemd. We hebben toen duidelijk gemaakt dat we uiteraard

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 605