23 JUNI 1977 613 verzinnen die eveneens de leefbaarheid van de wijk zouden kunnen verhogen, maar we hebben hier te ma ken met een duidelijke wens die uit de wijk afkom stig is en waarop we positief kunnen inspelen. Ik ga voorbij aan de tamelijk uit de lucht gegrepen kreten als zou het cultuurbeleid zich op feestjes gaan richten, want in de door de raad aanvaarde cultuurnota kan men naar ik meen wel andere uit gangspunten vinden. Er is gevraagd of de raad door dit voorstel te aanvaarden een precedent schept, waarop ik als volgt zou willen reageren. Wanneer in een andere wijk, die eveneens vijfentwintig jaar bestaat, een activiteit wordt ontplooid die eveneens door 22 grote groeperingen wordt gedragen en wanneer in verband daarmee een soortgelijk verzoek het colle ge zou bereiken, zouden we dat verzoek naar mijn mening positief moeten beoordelen, waarbij we de gevolgen van eventuele medewerking natuurlijk zul len moeten afwegen tegen de financiële mogelijkhe den die op dat ogenblik aanwezig zijn. Met nadruk stel ik echter vast dat het ter tafel liggende voorstel niet tot gevolg heeft dat we wensen die vanuit de wijken op ons af komen nu zonder meer kunnen gaan honoreren. Aan het adres van de heer Van Asseldonk kan ik nog bevestigen dat er een stichting zal moeten komen die het geld gaat beheren. Het ontbrekende bedrag zal nog bijeen moeten worden gebracht en er zal met diverse instanties overleg moeten worden gepleegd. Het initiatief ligt nu bij de wijk en ook het onderhoud zal bij dit alles een rol moeten spelen. Overigens heeft het comité zich inmiddels verzekerd van de actieve advisering en ondersteu ning van de directeur van de muziekschool en de stadsbeiaardierIk heb het idee dat een en ander met hun beider kennis, kunde en inbreng zeker tot een goede oplossing zal kunnen worden gebracht. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 613