23 JUNI 1977
615
heb opgenoemd. Gesteld wordt dat er geen reëel
uitzicht is op werkelijk integratie, dat de gemeen
te de morele verantwoordelijkheid voor het niet
optimaal functioneren van het gezelschap niet op
haar schouders mag nemen, dat een kentering in het
beleid en de manier van werken van Globe niet wordt
verwacht en dat de financiële consequenties nog
niet te overzien zijn. Dit zijn uiteraard overwe
gingen die bij een verdere oordeelsvorming moeten
worden betrokken en die ook bij onze oordeelsvor
ming een belangrijke rol spelen. Tegelijkertijd
zal men evenwel moeten erkennen dat die overwegin
gen niet op feitelijke harde gegevens gebaseerd
zijn. Er is namelijk nog geen beleidsnota van Glo
be, er is nog geen duidelijke uitspraak op lande
lijk niveau over de verdere gang van zaken en op
grond daarvan weet je niet precies hoe het gesteld
is met de financiële consequenties, met een kente
ring die al dan niet te verwachten zou zijn, met
de wijze waarop de morele verantwoordelijkheid op
de schouders van de gemeente zou kunnen gaan druk
ken en met het verdere verloop van zaken ten aan
zien van de integratie.
Dit zijn de punten in het voorstel die ons
zwakker voorkomen dan de in eerste instantie gefor
muleerde
Op grond van dit alles kreeg onze federatie
te maken met een moeilijk wegingsproces. We hebben
er de voorwaarden bijgehaald die door de subsidi-
entencommissie zijn geformuleerd. Ook daarbij moe
ten we enige kritische kanttekeningen maken, bij
voorbeeld dat ze niet allemaal even gelukkig en
even sterk zijn geformuleerd, waarbij we in het
bijzonder aan de financiële consequenties denken.
Aan de andere kant spreken de voorwaarden, waarin
om een beleidsnota en om gefaseerd tot stand komen
de vestiging in het zuiden wordt gevraagd, ons wel
aan.
Bij dit alles is bovendien een nieuw element
gekomen, namelijk dat de provinciale staten j.l.
maandag met overgrote meerderheid de uitspraak