616
23 JUNI 1977
hebben gedaan dat zij Globe wèl willen subsidië
ren. Andere gemeenten hebben voor zover ik weet
nog geen uitspraak over de subsidiëring gedaan:
Breda is de eerste in de rij van de verdere ge
meenten
Een element dat bij onze oordelingsvorming
rond Globe een zeer centrale rol is gaan spelen
wordt gevormd door iets wat in het onderhavige
voorstel eigenlijk niet zo duidelijk naar voren
komt. Er is op het ministerie van C.R.M. de laat
ste jaren gewerkt aan het produceren van een to
neelnota, die anderhalf a twee jaar geleden is
verschenen en aan een discussieronde is onderwor
pen. Bij die nota zijn allerlei kritische kantte
keningen gemaakt, die overigens niet zo zeer be
trekking hadden op het toneel zoals we dat alle
maal kennen, de decentralisatie gedachte die eraan
ten grondslag ligt en de verdere uitbouw van de
grote toneelgezelschappen die landelijk zouden
moeten opereren. De kritische opmerkingen hadden
daarentegen in het bijzonder betrekking op de be
leidsvisie die op het gebied van het vormingsto
neel werd gegeven. Dat is de reden dat de nota is
teruggenomen en opnieuw zal worden geformuleerd.
De reden daarvan is dus niet dat de Kamercommis
sies en de regering de verantwoordelijke poli
tici -- het oneens zouden zijn over de wijze waar
op het traditionele toneelbeleid zich zou moeten
gaan ontwikkelen.
De aanzetten die landelijk zijn gegeven heb
ben wij bij onze oordeelsvorming betrokken. Een
en ander heeft ertoe geleid dat we een motie wil
len indienen. We zijn van mening dat in de lande
lijke toneelwereld enkele tendenzen in de goede
zin van het woord te signaleren zijn; op grond
daarvan zou Globe zich in het Zuiden kunnen gaan
vestigen, voor het Zuiden van betekenis kunnen
worden en zijn takenpakket in het Zuiden -- en
daardoor de binding met de burgers kunnen uit
breiden
In de tweede plaats merken wij op dat, zoals