620
23 JUNI 1977
aanleiding tot steun aan het door burgemeester en
wethouders gedane voorstel om per 1 september 1978
de subsidiëring van het Zuidelijk Toneel Globe te
staken. De motieven van onze fractie zijn dezelfde
als de motieven die het college in zijn voorstel
heeft genoemd, en behoeven dus geen herhaling.
Inmiddels hebben wij via de persmedia kunnen
vernemen dat provinciale staten na aanhouding als
nog hebben besloten het Zuidelijk Toneel te subsi
diëren. Hierbij is volstrekt onduidelijk wij
plaatsen daarbij dan ook grote vraagtekens hoe
het bedrag van 400.000,benodigd om het Zui
delijk Toneel naar Eindhoven te krijgen, moet wor
den gefinancierd. Mede gezien de huidige situatie
waarin het gezelschap verkeert en de niet over
zienbare financiële consequenties van een vesti
ging in het Zuiden, wordt onze fractie gesterkt
in haar mening het college te moeten volgen.
Wij zijn ons echter bewust van de leemte die
voor de stad Breda zal ontstaan en van het vacuum
dat het wegvallen van deze niet onaanzienlijke
subsidie voor het Zuidelijk Toneel Globe zal ople
veren. Evenals het college betreuren wij het dat
de rijksoverheid niet tot besluitvorming en tot
vaststelling van een tijdstip voor een rijksrege
ling is gekomen. Bij beëindiging van de subsidie
in september 1978 zal er bij de minister van
C.R.M. nogmaals en nu met klem op moeten worden
aangedrongen dat de taakstelling van de rijksover
heid die in de toneelnota wordt vermeld per 1 sep
tember 1978 wordt geëffectueerd. Wij zouden het
college dan ook willen verzoeken het vorenstaande
waar nodig en via de geëigende kanalen bij de mi
nister van C.R.M. kenbaar te maken.
Vervolgens willen wij nog ingaan op de finan
ciële aspecten en op de plaatselijke mogelijkheden
die voor Breda na beëindiging van de subsidie aan
Globe zouden ontstaan. De fractie van het C.D.A.
stelt voor zowel financieel als materieel nu reeds
aandacht te gaan besteden aan een veilig stellen
van de toneelbediening voor de stad Breda. Wij