23 JUNI 1977
623
verplichtingen in de professionele sfeer. Ook dit
punt hebben wij in onze overwegingen betrokken. De
tijden zijn veranderd en veranderen steeds. Om
streeks 1960 wilden de acteurs niet meer zo veel
reizen: er was in het Westen werk genoeg en als
men maar genoeg nieuwe stukken op het programma
nam kon men in het Westen volop aan de bak komen.
De regio's moesten in die tijd hun eigen gezel
schappen hebben, maar nu blijkt dat de acteurs
toch liever in het Westen wonen, reizen ze veel
meer dan ooit tevoren, terwijl bovendien, zoals
ik zojuist al zei, van de uitstraling naar de ama
teursector niets terecht is gekomen. Voor de
V.V.D.-fractie is en blijft van belang een pluri
form aanbod op toneelgebied; ik ben daar in het
begin al op ingegaan. De wethouder en de direc
teur van de schouwburg hebben mij in de commissie
medegedeeld dat de gezelschappen, om het maar eens
populair te zeggen, op de stoep staan om te mogen
spelen. Wij zijn dan ook van mening dat op dit
ogenblik met de subsidiëring moet worden gebroken
en dat eventueel ten aanzien van de begeleiding
van het amateurtoneel het Brabants centrum voor
amateurtoneel moet worden ingeschakeld, want dat
dit centrum voet aan de grond heeft kunnen krij
gen is mede oorzaak van het falen van Globe op dit
gebied.
Wij zouden de wethouder willen vragen of het
bedrag dat nu vrij zal komen ook weer in de sec
tor van de cultuur zal worden gebruikt. Ik denk
daarbij in het bijzonder aan het opknappen van de
stadsschouwburg en aan eventuele andere subsidie
regelingen voor de amateursector.
De VOORZITTER: Ik constateer dat van de zijde
van de raad niemand meer het woord vraagt. Wethou
der Sandberg zal na de pauze antwoorden. Ik schors
de vergadering.
PAUZE
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering.