624 23 JUNI 1977 Wethouder SANDBERG: Allereerst wil ik graag mèt de heer Hendriksen constateren dat de raad vandaag wordt gevraagd een tamelijk moeilijk be sluit te nemen, waar vele haken en ogen aan zit ten. De beantwoording van de vraag wat er nu eigenlijk moet gebeuren, vergt een zeer zorgvuldig afwegingsproces. Van jaar tot jaar hebben we in het verleden continu "noodverbanden" gelegd: tel kens werd tot verlenging besloten, onder een aan tal condities en min of meer al met de bepaling dat de subsidiëring, als aan het eind van het be trokken jaar niet aan de voorwaarden zou zijn voldaan, zou worden gestaakt. Vandaag ligt de keus anders. Het is nu geen kwestie van het wederom leggen van een "noodver band" teneinde de minister in het komende jaar gelegenheid te geven van zijn standpunt te "be vallen". Het gaat er vandaag om of we eindelijk een streep onder de oude situatie zetten en be slissingen nemen in de geest van de besluitvorming sinds 1972, of dat we opnieuw voor een veel lange re periode verplichtingen willen aangaan. Dit vraagstuk heeft zich het afgelopen jaar voortdu rend in de scope geplaatst. Aan Globe heeft de subsidiëntencommissie te verstaan gegeven dat voorstellen aan colleges en gemeenteraden om zich voor langere tijd te binden alleen mogelijk zou den zijn, wanneer er minstens een beleidsnota van het gezelschap ter tafel zou liggen waarin een visie op de toekomst zou worden gegeven. In tegen stelling tot hetgeen de heer Hendriksen zegt is die beleidsnota wel degelijk geprocudeerd. Zij ligt op tafel; alleen en daarin ben ik het wel met de heer Hendriksen eensgetuigt zij van weinig beleid en geeft zij naar mijn mening geen enkel uitzicht op het daadwerkelijk functioneren van het gezelschap in onze provincie. De moeilijke keuze waar wij vandaag met z'n allen voor staan is: stoppen of nog drie jaar doorgaan. Overigens heeft de provincie terechtdat besluit reeds genomen. De besluitvorming zal naar ik meen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 624