626 23 JUNI 1977 tijd uitstrekt. De provincie heeft enkele dagen geleden an ders besloten. Welnu, dat lag ook in de lijn van de verwachtingen en ik lig er dan ook bepaald niet wakker van. Ik wil wel nadrukkelijk stellen dat de provincie vanuit een ietwat andere optiek opereert en ik meen ook dat de provinciale ver antwoordelijkheid --zeker een stukje beleid en verantwoordelijkheid voor het invullen van witte plekken in deze provincieeen andere optiek heeft dan de besluitvorming, zoals die in deze raad zou moeten plaatsvinden. De heer Hendriksen heeft volledig gelijk wan neer hij zegt dat de toneelnota een stukje uit zicht op een oplossing op langere termijn gaf. Hij gaat daarbij uit van de decentralisatie van een aantal toneelgezelschappen, maar in dit ver band is het van belang dat de toneelnota en de visie van de minister ervan uitgingen dat het rijk de eerste verantwoordelijkheid droeg voor de in standhouding van landelijke opererende repertoire toneelgezelschappen. Ik denk dat de visie van de subsidiënten en die van de minister op dit punt parallel lopen. Breda heeft al jarenlang gezegd waarbij het de noodverbanden altijd heeft bear gumenteerd-- dat de gemeentelijke overheid een andere verantwoordelijkheid heeft. Wat de motie van de heer Hendriksen betreft het volgende. Het speelt in de overwegingen uiter aard een belangrijke rol dat het rijk en de lan delijke toneelnota niet uitgaan van de genoemde decentralisatie, maar van de overname en de in standhouding. Verder kom ik erg in de knoei met de beslissing over het wel of niet subsidiëren van Globe. Dit is een moeilijk wegingsproces waarbij alle relevante informatie van belang is. Natuur lijk is dat een gegeven, maar wij discussiëren al vanaf 1972-1973 en ik heb geen enkele reden om aan te nemen dat de termijn, die wij nu dan nog met een maand zouden verlengen, wél een stukje duidelijkheid en inzicht in een aantal problemen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 626