17 FEBRUARI 1977
62
ANTWOORD
In antwoord op de door U gestelde vragen over de
mededeling van de directie van MEPLAX in De Stem
van 13 januari 1977, dat het gemeentebestuur van
Breda het - met 35 mensen werkende - bedrijf in
feite heeft weggejaagd uit Breda, delen wij U het
navolgende mede
1Aangezien MEPLAX niet in het bezit was van de
vereiste hinderwetvergunning is door het be
drijf een oprichtingsvergunning aangevraagd.
Tegen het verlenen van de hinderwetvergunning
zijn veel bezwaren ingediend. Daarenboven
moest worden geconstateerd dat de bij de hin-
derwetaanvrage ingediende plattegrondtekenin
gen niet overeenstemden met de feitelijke si
tuatie. Tot op het moment van het artikel in
De Stem was door het college nog geen beslis
sing genomen over de hinderwetaanvrage
2. MEPLAX N.V. heeft clandestien een afdak, dien
de als loods gebouwd op haar terrein aan de
Schootenstraat 10. Door diverse buurtbewoners
zijn daartegen, vanwege de ondervonden overlast,
klachten ingediend. Door de directeur O.W. is
het bedrijf op 18 oktober 1976 aangeschreven
om de zonder vergunning gebouwde loods te doen
afbreken. Op 11 november 1976 heeft MEPLAX
verzocht de geëiste sloop te willen aanhouden
tot de in maart/april te verwachten verplaat
sing naar Gilze-Rijen.
3. In de onder 2 genoemde brief van 11-11-1976
deelt de directie van MEPLAX mede door drin-
V WVA.A
gende omstandigheden als groei van het bedrijf
en hinderwet genoodzaakt te zijn de onderneming
naar Gilze te verplaatsen. Verplaatsing van
het bedrijf binnen Breda is door MEPLAX nooit
met het gemeentebestuur van Breda besproken.
Ook de behandeling van de hinderwetaanvrage en
de fase waarin deze behandeling tot op dit mo
ment verkeerde, is voor de gemeente nimmer