630
23 JUNI 1977
Daaruit is tot onze verrassing naar voren gekomen v
dat tot op dit moment slechts drie acteurs duide- E
lijk de bereidheid hebben uitgesproken zich in z
het zuiden te vestigen. Dit zijn geen topacteurs 1
maar met name drie jongere acteurs die met het j
gezelschap mee willen naar het zuiden. Dat bete- 1
kent dat de overige acteurs minstens overwegen
wellicht heeft een aantal van hen al een besluit m
genomenniet mee te gaan naar het zuiden. Dat z
zal in ieder geval tot een afvloeiingsregeling c
leiden waarvan de financiële consequenties na-
tuurlijk ook volstrekt onbekend zijn. i
De heer Van Asseldonk heeft de kwestie-Limburg c
nog even aangeroerd. Limburg heeft nadrukkelijk i
gezegd in het komende jaar geen mede-verantwoor- c
delijkheid voor de financiële situatie te willen c
dragen. Men is bereid uitkoopsommen te betalen c
voor die keren dat het gezelschap in Limburg op- c
treedt, maar men wenst nu zeker nog geen mede- k
verantwoordelijkheid te dragen voor de instandhou- i
ding van het beroepsgezelschap. Ik meen hiermede I
de gestelde vragen te hebben beantwoord. Ik ge- v
loof dat ik voldoende motieven heb aangedragen om
de motie van de heer Hendriksen nadrukkelijk te Y
ontraden. Wij zouden de gehele overlegprocedure,
die na de besluitvorming moet gaan plaatsvinden, I
ernstig frustreren en ik kan nogmaalsgeen
enkel uitzicht bieden dat er in augustus nieuwe c
of betere informatie voorhanden zou zijn. In dat z
geval had het college namelijk wel in overweging 1
willen nemen het meerderheidsadvies van de subsi- c
diëntencommissie te volgen. v
t
De heer HENDRIKSEN: Er zijn van vele kanten
uitgebreide betogen gehouden, die allemaal vol
zitten met dingen die zonder meer waar zijn. Een
aantal opmerkingen die van de zijde van de VVD-
fractie, de CDA-fractie en de wethouder zijn ge-
maakt kan ik zonder meer onderschrijven, met name
wat betreft de geschiedenis die aan dit besluit
voorafgaat en alle moeilijkheden die er in het