23 JUNI 1977
639
want in augustus staan wij voor precies dezelfde
situatie en wij brengen zowel het gezelschap als
de subsidiënten en de minister in de grootst mo
gelijke verlegenheid wanneer wij ons besluit pas
op 18 augustus a.s. gaan nemen, terwijl de hele
zaak vóór 1 september a.s. "afgebakken" zal moeten
zijn.
Hierna wordt de motie-Hendriksen in stemming
gebracht en met 19 tegen 8 stemmen verworpen.
TEGEN stemmen: de heren Van Asseldonk, Van
Dun, GeenePeeters, Goos, Sandbergmevrouw Koek,
de heren Taks, Van Banning, Van Duijl, mevrouw
Van Rooijde heren De Raaff, Lambregts, Van
Graafeiland, Ten Wolde, Veelenturf, Eissens,
Koertshuis en Dees.
VOOR stemmen: de heer Martens, mevrouw Gie
bels, de heren Dreef, Paquay, mevrouw Muntjewerff
de heren Crul, Hendriksen en Kaarsemaker.
De heer HENDRIKSEN: Over het voorstel zelf
zou ik een korte stemverklaring willen afleggen.
Wij betreuren het dat de tijdsruimte, die wij ge
vraagd hebben, niet gegeven wordt en dat wij
daardoor ons oordeel niet kunnen baseren op vol
ledige en meer uitgebreide informatie. Wij hadden
een experimentele opzet van het toneel in Brabant
op basis van de toneelnota namelijk juist gevon
den. Nu dat echter niet mogelijk is wil de fede
ratie van fracties geacht worden te hebben tegen
gestemd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna
conform het voorstel van burgemeester en wethou
ders besloten, onder aantekening dat de heer Mar
tens, mevrouw Giebels, de heren Dreef en Paquay,
mevrouw Muntjewerff, de heren Crul, Hendriksen en
Kaarsemaker geacht wensen te worden te hebben te
gengestemd.
42. bijlage nr. 231
Voorstel van burgemeester en wethouders tot