17 FEBRUARI 1977 64 2. De stankqvegvlast was niet schadelijk voor de gezondheid, hoewel zeer hinderlijk, mede van de toenmalige weersomstandigheden. 3. Zoals U bemerkt zult hebben, is de storing vrij snel verholpen. 4. Uit de aard der zaak vereisen de taken rondom het milieu, speciaal wanneer het gaat om acute hinder, een snelle aanpak. In dit geval is met veel spoed gezorgd, dat de hinder werd voorko men. VRAAG: (gesteld in de raadsvergadering d.d. 14 ok tober 1976) mevrouw Paulussen Wethouder van Dun heeft kortgeleden in de "Texas Bar" op een C.D.A.-bijeenkomst over de Haagse Beemden het een en ander uit de doeken gedaan. Hij heeft waarschijnlijk ook informatie gegeven over de geluidswal die aan de noordelijke invalsweg Burgstsedreef wordt opgespoten. De bewoners hebben op het ogenblik enorm veel last van de stank. Ik weet niet of de wethouder daarover heeft gesproken in de Stem heeft er althans niets over gestaan. Naar aanleiding hiervan stel ik de volgende vragen 1Gebeurt het opspuiten van de geluidswal in overeenstemming met het bestemmingsplan? 2. Is er voor het storten van de bietenspecie een hinderwetvergunning afgegeven? 3. Kan het college een en ander eens duidelijk voor ons op een rijtje zetten? ANTWOORD Beginnende met vraag 3 diene het navolgende: Bij brief van 14 juli 1975 hebben wij het college van burgemeester en wethouders van Prinsenbeek op de hoogte gesteld van ons principe-besluit de be schikbaar komende bietenspecie te benutten voor de aanleg van een aarden wal langs de noordelijke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 64