23 JUNI 1977 653 Wethouder VAN GRAAFEILAND: De beantwoording van de zijde van het college zal zich beperken tot het kenbaar maken van de opvattingen, over de motie. Daaraan vooraf gaat een opmerking over de publiek- en privaatrechtelijke verantwoordelijkheid die terzake een rol speelt. Wij zijn ons er volkomen van bewust dat de gemeenten Nieuw-Ginneken en Rijs- bergen hun eigen lijn in dat opzicht moeten trek ken en met inachtneming van die premisse lijkt het het college mogelijk de motie over te nemen, mits bij de aanbieding daarvan aan de beide gemeenten nadrukkelijk wordt geëtaleerd dat het uiteraard ook ons bekend is dat de publiekrechtelijke ver antwoordelijkheid voor hetgeen binnen de grenzen van de onderscheiden gemeenten gebeurt een aange legenheid van die beide gemeenten zelf is. De voorwaarden, die gesteld worden om naaktrecreatie binnen hun gemeentegrenzen al dan niet mogelijk te maken, zijn zeer nadrukkelijk aan die gemeenten voorbehouden en wij zullen ons in privaatrechtelijk opzicht uiteraard aan die voorwaarden houden. Met die concretisering in een aanbiedingsbrief zou het in mijn ogen mogelijk moeten zijn het standpunt van de raad in dit opzicht ter kennis van de beide gemeenten te brengen. De VOORZITTER: Dan is nu het tijdstip aange broken om een opvatting kenbaar te maken over de motie en het collegevoorstel. Ik weet niet of u zich daarover nog wilt beraden. Wethouder VAN DUN: Ik zou het wel op prijs stellen De VOORZITTER: Ik mag aannemen dat u doelt op beraad binnen de fractie waartoe u behoort. Wethouder VAN DUN: Als u het mij wilt toe staan, dan graag. De VOORZITTER: Dan schors ik de vergadering voor enkele minuten. Hierna wordt gedurende enige ogenblikken ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 653