23 JUNI 1977 661 worden genomen. Met uw college constateren wij dat die samenwerking tussen JAC en andere instellingen niet van de grond is gekomen. Als verklaring hier voor geeft uw college aan dat dit niet de schuld van het JAC is, maar van de andere instellingen die geen bereidheid toonden met het JAC samen te werken. Als voorbeeld haal ik de uitspraak van de directeur van het 1MB aan, die hij het vorig jaar ten overstaan van de commissie maatschappelijke dienstverlening uit deze raad deed door op te mer ken dat de samenwerking met het JAC verbroken werd omdat met dit JAC qua inhoud en qua functioneren niet was samen te werken. Bovendien heeft het 1MB zijn gedetacheerde, gekwalificeerde beroepskracht uit het JAC teruggetrokken. Inderdaad is het niet direct de schuld van het JAC zelf, doch het JAC heeft het er wel naar gemaakt. Aan deze voorwaarde is niet voldaan; het tegendeel heeft zich voltrok ken. 4. er zal naar een breder bereik van jongeren ge streefd moeten worden. Uit het verstrekte, summie re cijfermateriaal moeten wij de conclusie trekken dat ook aan deze voorwaarde niet is voldaan. Het is opvallend dat u uw voorstel aan de raad niet baseert op deze harde voorwaarden, die door de raad aan het begin van de tweede fase van expe rimenteren zijn gesteld. Het is voor mij dan ook volkomen onbegrijpelijk dat uw college bij diezelf de raad durft te komen met een dergelijk voorstel tot besluitvorming. Uw college heeft hiervoor de verklaring dat het JAC niet tot goed functioneren kan komen zonder dat hem de middelen daartoe wor den verschaft, onder andere door het aantal be roepskrachten van één naar twee uit te breiden. Het is echter geen kwestie van middelen verschaf fen, het gaat om het feit dat het JAC zijn primai re taak van individuele hulpverlening stiefmoeder lijk zal blijven behandelen. Het JAC heeft nu al om een derde beroepskracht gevraagd en ik voorspel u dat uw college binnen twee jaar met een derge lijk voorstel bij de raad zal komen. Dat zal in de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 661