17 FEBRUARI 1977 66 artikel 56 van de woningwet in deze twee gevallen. In de eerste plaats zouden we graag willen weten of de informatie, vervat in hierboven vermelde brief en telefonische mededeling, juist is, met andere woorden: of inderdaad in beide gevallen aan het betrokken pand een andere bestemming dan de huidige woonbestemming zal worden gegeven. In de tweede plaats zouden wij willen vragen hoe het college eventuele veranderingen in de woonbe stemming van deze panden heeft gesignaleerd. In de derde plaats zullen wij gaarne vernemen welk standpunt het college heeft ingenomen of op korte termijn zal innemen over de toepassing van arti kel 56 in deze twee gevallen. ANTWOORD Bij de dienst openbare werken heeft zich iemand gemeld met de vraag of vestiging van een café in het pand Chassésingel 40 mogelijk is. Ons stand punt in deze is dat een dergelijk vestiging aldaar niet mogelijk moet worden gemaakt en dat wij niet voornemens zijn een cafévestiging op dit punt te bevorderen. Het bovenstaande is bij ons schrijven d.d. 2-12-1976 no. St/84523 aan het comité Chassé medegedeeld Volgens een advies van de directeur van openbare werken was de heer Ansems, de eigenaar van het pand Academiesingel 31, niet op de hoogte van het feit dat voor het onttrekken van de bestemming van woonruimte een vergunning van ons college is ver eist. Door de afdeling bouw- en woningtoezicht van de dienst van openbare werken is de heer Ansems hier op gewezen die hierna een verzoek heeft ingediend. Dit verzoek is op 7 december 1976 bij ons college ingekomen en doorgezonden om advies naar de direc teur van openbare werken. Bij een controle is gebleken, dat de woning Acade miesingel 31 a verhuurd is aan twee kleine gezin nen, terwijl de woning Academiesingel 31 naast het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 66