23 JUNI 1977
673
betrekking tot de inhoudelijke en organi
satorische aspecten van het werk.
(besluiten 12 en 3 vervallen en worden
vervangen door bovenstaande besluiten 1 en
2; besluiten 3, 4, 5 en 6 akkoord)".
Voldoende ondersteund zijnde maakt het amen
dement van de heer Hendriksen mede onderwerp van
de beraadslagingen uit.
Wethouder VAN GRAAFEILAND: Er zijn waarschijn
lijk weinig agendapunten in deze raad aan de orde
geweest die een zo langdurige voorbereiding met de
commissie achter de rug hadden als dit voorstel
met betrekking tot het JAC. Als ik de meningsuiting
vanuit de diverse fracties goed op een rij heb ge
zet meen ik te kunnen zeggen dat die lange voorbe
reidingstijd niet voor niets is geweest of zoals
de heer Eissens het heeft uitgedrukt: dat men bij
zijn besluitvorming niet over één nacht ijs behoef
de te gaan. De C.D.A.-fractie geeft blijk van een
aanzienlijk genuanceerder benadering dan een aan
tal maanden geleden nu zij het totale vraagstuk
langdurig heeft kunnen bekijken. Vervolgens geven
de Partij van de Arbeid en de P.P.R. blijk van een
aanzienlijk gematigder standpunt dan enige tijd
terug, maar daar staat weer tegenover dat de heer
Koertshuis geen wijziging in zijn standpunt te
zien heeft gegeven, wat ik uiteraard jammer vind.
Op een aantal opmerkingen zijnerzijds zal ik dade
lijk nog terugkomen. Ik denk dat het de Partij van
de Arbeid en de P.P.R.met name de heer Hendrik
sen, net zo zal vergaan als het meestal de spre
kers van het C.D.A. en de V.V.D. vergaat als zij
het eens of in grote lijnen eens zijn met een col
legevoorstel. Ik doel dan op het feit dat door het
college de meeste aandacht wordt besteed aan op
merkingen welke wat diametraal tegenover het voor
stel staan. Ik meen dan ook dat aan hetgeen de
heer Hendriksen heeft gezegd niet zo vreselijk
veel aandacht behoeft te worden besteed.