23 JUNI 1977. 675 die duidelijk ondergeschikt dient te zijn aan de eerste. Dat het J.A.C. daarover een eigen en andere mening heeft en daaraan ook uiting geeft vinden wij alleen maar terecht. Het zou veel misselijker zijn als men zou schrijven dat men het met ons eens is, maar zich verder van onze mening niets aan zou trek ken.Nu heeft het J.A.C. ons luid en duidelijk te kennen gegeven dat het hier anders over denkt, maar dat het zich toch bij de zienswijze van de raad ter zake zal neerleggen. Ik verzeker u dat dit zal moeten betekenen dat het J.A.C. in de nabije toe komst anders zal dienen te gaan functioneren dan op dit moment. Wij constateren niet voor niets op de pagina's 5 en 6 van het voorstel dat thans een aantal aangelegenheden binnen het J.A.C. onvere nigbaar is met de wijze waarop wij het functione ren willen doen plaatsvinden. Als het J.A.C. ver der wordt gesubsidieerd zal derhalve het nodige moeten worden veranderd. Wat betreft de contacten welke het J.A.C. met de andere instellingen moet onderhouden lijkt het mij van belang op te merken dat het college in dit voorstel niet zegt dat het J.A.C. in zijn contacten wordt belemmerd. Dat wordt door het J.A.C. wel ge steld, maar wij stellen in dit preadvies op pagina 7, tweede alinea, alleen maar vast wat het J.A.C. daaromtrent vindt. Wij zijn van mening dat het ten aanzien hiervan voor een deel wel gelijk heeft, maar wij vinden daarnaast dat als wij het J.A.C. de op dracht geven contacten met andere instellingen te onderhouden wij dan ook qua personeelssituatie de mogelijkheden daartoe moeten bieden. Met ons allen hebben wij in 1974 reeds geconstateerd dat het nood zakelijk zou zijn een tweede beroepskracht aan te trekken en daarvoor bij het rijk aan te kloppen, maar die knaap is er nu nog niet. In die zin bieden wij het J.A.C. niet alle mogelijkheden om aan dat punt de nodige aandacht te kunnen besteden, zodat men ook niet aan die voorwaarde uit het voorwaar- denpakket van 18 februari 1974 kan voldoen. Wij hebben in dit voorstel met betrekking tot

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 675