680 23 JUNI 1977 eist dat het goed zal weten om te springen met het geen in deze raadsvergadering, maar ook in de vo rige commissievergaderingen met betrekking tot het functioneren is gesteld, waarbij inderdaad de heer Eissens heeft dat goed geformuleerd van de goede bedoelingen van het J.A.C. wordt uitgegaan. Als blijkt dat de sociale actie de overhand krijgt en de primaire hulpverlening gaat overvleugelen, betekent dit ook voor ons dat er aan de subsidië ring een einde zal moeten komen. Ik wil vervolgens namens het college de motie behandelen, waarin wordt gevraagd vrij kort na het aanstellen van de tweede beroepskracht ook een derde beroepskracht bij het J.A.C. aan te stellen. Het college is daar uiteraard niet voor, want an ders hadden wij u dat wel voorgesteld. Als het J.A.C. zijn aandacht concentreert op zijn primaire functie dat is vreselijk belangrijk in het ge heel moet het met twee beroepskrachten mogelijk zijn zowel de registratie van alles wat nodig is als de hulpverlening op een goede basis te krijgen. Ik wil daar nog aan toevoegen dat sociale actie uiteraard betekent dat met anderen moet worden ge probeerd iets aan fundamentele problemen te doen. Wat betreft de mate van aandacht en het zelf aan pakken geloof ik dat wij van mening verschillen met de heer Hendriksen. Ik ben van oordeel dat het J.A.C. zelf, ook qua personeel, niet in staat is dit zelf aan te pakken en hier zelf het nodige aan te doen. De signaleringsfunctie, de antennefunctie van het J.A.C. in dit opzicht is veel en veel be langrijker en er moeten wat dat betreft dan ook niet allerlei bureaus worden opgericht. Wij ontra den dan ook aanneming van deze motie. Ik wil ook nog iets zeggen over het amende ment, dat twee wijzigingen op het besluit inhoudt. Ik neem aan dat in de laatste regel van het amende ment een vergissing is gemaakt, want in plaats van "besluiten 3, 4 en 5" zal worden bedoeld "beslui ten 4, 5 en 6". Uit het voorstel van het college en uit de behandeling onzerzijds zult u al hebben

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 680