692
23 JUNI 1977
De heer Koertshuis stelde dat ik in mijn beant
woording alleen op de eerste voorwaarde ben inge
gaan en hij leidt daaruit af dat ik het wat de drie
andere voorwaarden betreft wel met hem eens zal
zijn. Hij kan dat gewoon niet menen want in de
commissievergaderingen is luid en duidelijk naar
voren gekomen slechts ter bekorting van mijn
antwoord ben ik daar nogal vlot overheen gelopen
dat wij het met hem in dat opzicht ook niet eens
zijn. Wij menen dat over het algemeen het functio
neren van het J.A.C. zich de afgelopen jaren pri
mair met het verlenen van hulp heeft beziggehouden.
We hebben evenwel geconstateerd dat staat ook
in het voorstel dat het in de afgelopen maanden
de verkeerde kant dreigt uit te gaan en dat het
functioneren niet verenigbaar met onze opstelling
met betrekking tot de functies was.
Daarnaast is het de heer Koertshuis uit de
commissievergaderingen bekend dat wij ons met de
selectie van de medewerkers ook niet zo nadrukke
lijk bemoeien wat de kwaliteit betreft, maar wij
kunnen wel eisen stellen ten aanzien van de formu
lering van hetgeen waaraan de medewerker moet vol
doen; u vindt dat ook terug in de subsidievoorwaar
den. Ik geloof ook dat het onjuist zou zijn als
wij ons met de selectie als zodanig zouden bemoeien
Het opbouwen van werkrelaties met andere in
stellingen is in het voorstel nadrukkelijk aan de
orde gesteld en om die reden meende ik daaraan
voorbij te kunnen gaan.
Met betrekking tot het breder bereik van jon
geren, dat dient te worden nagestreefd, wil ik de
heer Koertshuis eraan herinneren dat men op enig
moment bij het J.A.C. de bedoeling had de hulpver
lening slechts te richten op de groepen van jonge
ren die de politiek-maatschappelijke doelstelling
van het J.A.C. konden onderschrijven. Van de zijde
van het college is daarop onmiddellijk gereageerd,
want wij zijn van mening dat het J.A.C. een alge
mene hulpverleningsinstelling is die haar waarde
daarop dient te baseren en niet op een partijpoli-