69
17 FEBRUARI 1977
Ik zou het college willen vragen of deze publika-
tie juist is. Zo ja, kunnen wij dan nader worden
geïnformeerd over de aard van bovenbedoelde erva
ring met het college van burgemeester en wethou
ders? Ook zou ik graag willen weten hoeveel ar
beidsplaatsen hierdoor voor de stad verloren zijn
gegaan
ANTWOORD
In antwoord op de door U gestelde vragen over de
mededeling van de directie van MEPLAX in De Stem
van 13 januari 1977, dat het gemeentebestuur van
Breda het - met 35 mensen werkende - bedrijf in
feite heeft weggejaagd uit Breda, delen wij U het
navolgende mede:
1Aangezien MEPLAX niet in het bezit was de ver
eiste hinderwetvergunning is door het bedrijf
een oprichtingsvergunning aangevraagd.
Tegen het verlenen van de hinderwetvergunning
zijn veel bezwaren ingediend. Daarenboven moest
worden geconstateerd dat de bij de hinderwet-
aanvrage ingediende plattegrondtekeningen niet
overeenstemden met de feitelijke situatie. Tot
op het moment van het artikel in De Stem was
door het college nog geen beslissing genomen
over de hinderwetaanvrage
2. MEPLAX N.V. heeft klandestien een afdak, dienen
de als loods gebouwd op haar terrein aan de
Schootenstraat 10. Door diverse buurtbewoners
zijn daartegen, vanwege de ondervonden overlast,
klachten ingediend. Door de directeur O.W. is
het bedrijf op 18 oktober 1976 aangeschreven om
de zonder vergunning gebouwde loods te doen af
breken. Op 11 november 1976 heeft MEPLAX ver
zocht de geëiste sloop te willen aanhouden tot
de in maart/april te verwachten verplaatsing
naar Gilze-Rijen.
3. In de onder 2 genoemde brief van 11-11-1976
deelt de directie van MEPLAX mede door dringende