23 JUNI 1977
707
geoordeeld over de uitbreiding van een ander een
mansbedrijfje met één medewerker en dat kan en mag
dan ook geen argument zijn.
Voorts zegt het college niet meer, zoals in
1976, dat het werk van de Werkgroep Richting niet
door de bevolking wordt gedragen, maar thans zegt
het dat het niet door grote groepen van de bevolking
wordt gedragen. Hierdoor wordt de hele zaak natuur
lijk omgekeerd, want als je onderkent dat cosmo-
politieke vorming in een gemeenschap van belang
is, dat er op het gebied van de bewustwording van
de ontwikkelingsproblematiek en de vredesproblema-
tiek weinig wordt gedaan en dat er eigenlijk profes
sionele mensen nodig zijn om de processen te bege
leiden, zodat een en ander zich wat kan verdiepen
en over verschillende groepen kan worden uitgebreid,
kun je er donder op zeggen dat bij de start niet
een groot aantal groepen in de samenleving wordt be
reikt. Het is juist de doelstelling van de Werkgroep
Richting om het aantal groepen dat wordt bereikt
steeds groter te doen zijn. Met dat proces is een
jaar of twee geleden gestart en het zal vervolgens
langzaam voortgang moeten vinden. Men kan constate
ren dat door het bestuur van Werkgroep Richting en
door middel van de contacten van deze werkgroep met
andere groepen steeds meer groepen in de Bredase
samenleving worden bereikt en daarom kun je alleen
maar zeggen dat aan de voorwaarde die door het col
lege bij de beantwoording in de commissie is inge
voerd wordt voldaan.
Wij hebben geconstateerd dat in de verschillen
de besluitvormingen in de diverse preadviezen steeds
andere redeneringen naar voren zijn gekomen en dat
niet consequent op grond van de vooraf gestelde
subsidievoorwaarden is geredeneerd. Wij vragen ons
dan ook af wij zullen daarover graag duidelijk
heid van de andere fracties en van het college krij
gen of hier soms een politieke beslissing in het
geding is. Ook op grond van de meningswisseling in
de commissievergadering krijg ik steeds meer het
gevoel dat een gewone rationele redenering geen