23 JUNI 1977 709 maar ook omdat ik eigenlijk geen enkele illusie kan koesteren dat ik de tegenstanders nog zal kunnen overreden Ik wil beginnen met een korte opmerking in de richting van de heer Kaarsemaker, omdat hij met een bijzonder flauw argument met de discussie is gestart. Hij doet een beroep op de raad op grond van de ad visering vanuit de commissie cultuur, waarin nu ook burgers zitting hebben. Naar zijn mening moet die advisering zwaar wegen en zelfs bij de besluitvor ming de doorslag geven. Ik vind het verrekt flauw een dergelijke argumentatie te gebruiken als dat in je straatje past. Ik kan dat balletje natuurlijk onmiddellijk in de richting van de heer Kaarsemaker terugspelen door te zeggen dat hij dat ook in zijn achterhoofd had moeten hebben toen hij met betrek king tot Globe adviseerde. De burgers gaven toen namelijk een ander advies dan hetgeen waartoe door hem werd besloten. Het lijkt mij in het kader van een eenduidige behandeling goed dat ik even terugga naar de oor sprong, zodat ik eerst iets wil zeggen over het on derzoek in 1972/1973, dat de aanleiding heeft ge vormd tot het eerste voorstel dat door uw raad is aangenomen en dat tenslotte tot de onderhavige pre advisering heeft geleid. Het onderzoek in 1972/1973 werd gesubsidieerd door de Nationale Commissie voor de Ontwikkelingsstrategie en uit dat onderzoek kwam naar voren dat Breda een sterke behoefte aan coör dinatie, begeleiding en tal van actiegroepen en in stellingen heeft. Er bleek gebrek te bestaan aan continuïteit en aan coördinatie en veel van wat was opgebouwd dreigde verloren te gaan. De aanstelling van een beroepskracht werd dan ook onontbeerlijk geacht. Die beroepskracht zou een cosmopolitiek vormingswerker moeten zijn die tot taak zou moeten krijgen het begeleiden van de vrijwilligers, het evalueren en het coördineren tussen plaatselijke werkgroepen en tenslotte het beantwoorden van vra gen over methodische trainingen. Met de conclusies uit het rapport in de hand werd een verzoek aan de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 709