720
23 JUNI 1977
Wethouder SANDBERG: Ik heb er geen behoefte
meer aan om over de adviescommissies en haar taak
bij de advisering te praten. Ik wil alleen opmer
ken dat ondanks de adviezen van die commissies de
raad het uiteindelijke besluit moet nemen, waarbij
hij overigens uiteraard die adviezen wél een rol
moet laten spelen. Je moet deze adviezen dan niet
steeds in je eigen richting gaan uitleggen.
Wat betreft de bewustwording en al dat soort
zaken blijf ik op het standpunt staan dat door de
instituten in steeds grotere en ruimere mate daar
op wordt ingespeeld. Dat past in hun pluriforme
taakstelling en bovendien hebben die instituten een
veel grotere reikwijdte dan ooit door één man zou
kunnen worden bereikt.
De heer Hendriksen heeft mij verweten dat ik
de conclusies van het eerste rapport citeerde. Hij
heeft mij echter gevraagd wat de argumentatie bij
het eerste preadvies was, terwijl hij bovendien een
verschil tussen die argumentatie en de argumenta
tie bij het onderhavige preadvies constateerde. Ik
heb hem duidelijk gemaakt waarop ons eerste pread
vies stoelde. Thans zijn daar gezien de verdere
ontwikkeling uiteraard wat andere argumenten bijge
komen. Er zijn inderdaad contacten gelegd en er ko
men ook wel samenwerkingsverbanden, maar naar onze
mening is daar geen eenmansbedrijfje voor nodig.
Ik geloof voorts dat de heer Hendriksen niet
in deze raad moet suggereren dat wij tegen Vredes-
week-activiteiten zijn, want dat is natuurlijk be
paald niet waar. Het gaat nog steeds om een bijdra
ge in de huisvestings- en apparaatskosten van de
cosmopolitiek vormingswerker; dat is een geheel an
dere zaak.
Ik geloof voorts niet dat ik lang moet stil
staan bij de procedure rond Hemelvaart, want daar
gaat het nu helemaal niet om. Wij hebben het vorige
najaar een preadvies aangehouden, omdat er nieuwe
informatie zou zijn. Ik heb al aangeduid dat er in
de periode van het vorig najaar tot nu toe daarom
trent één keer een contact is geweest. Wij hebben