726
23 JUNI 1977
onbewoonbaarverklaring, uitgifteprijzen, straatver
lichting, enfin, te veel om op te noemen. Als voor
zitter van de raad wil ik u daarvoor bijzonder har
telijk danken. Ik meen dat u erg alert hebt gehan
deld en vanuit uw afkomst ook zeer constructief.
Bij mijn weten hebt u in deze raad nooit over de
horeca gesproken, maar thans keert u weer naar dat
vak terug. Als ik het goed heb neemt u de wijk naar
Hoornwijk en ik hoop dat we daar nog eens een glas
bij u mogen komen drinken. Ik wil u ook danken voor
uw sympathie, want persoonlijk vond ik u altijd
zeer sympathiek in uw optreden. Bedankt voor het
geen u voor de gemeente Breda hebt gedaan en veel
geluk met uw vrouw ook aan haar mijn hartelijke
groeten in de buurt van Hoornwijk; het is daar
vast niet zo goed als in BredaI
Het woord is thans aan de nestor van de raad.
De heer VAN DUIJL: Graag wil ik namens de raad
nog enige woorden tot je richten, Jos, en ik doe
dat met enige spijt, in de eerste plaats omdat wij
weer afscheid moeten nemen van een raadslid en in
de tweede plaats omdat het om een goed raadslid
gaat.
Toen u in 1974 als nieuweling in deze raad
kwam had u, als wij u mogen geloven, geen enkele
politieke ervaring, maar zowel het eerste als het
laatste hebt u ons snel doen vergeten, want de snel
heid waarmee u zich in het raadswerk inwerkte en
het enthousiasme waarmee u uw taak opvatte verdie
nen alle waardering. Ik meen dan ook uw vertrek uit
deze raad als een verlies te kunnen beschouwen en
ik geloof niet dat iemand het daarmee oneens is.
U hebt zich doen kennen als een prettig mens, met
wie goed kon worden samengewerkt. U had een open
oog en een welwillend oor voor al degenen die zich
tot u wendden. Van degenen die een beroep op u de
den was u een warm verdediger. Uw beslissing om het
raadswerk te beëindigen was het gevolg van het feit
dat u een andere taak op u nam, die buiten Breda
ligt en die van u eist dat zich elders moet vestigen.