23 JUNI 1977
ik namens mijn fractie gesteld dat wij erg slecht
naar elkaar kunnen luisteren als het om bepaalde
zaken gaat, over voorstellen, amendementen en mo
ties, enfin, vult u maar in. Ik vind dit jammer en
ik geloof ook dat dit mij het meest pijn heeft ge
daan, al erken ik dat ik daar zelf aan heb meege
daan. Ik geloof ook dat dit de stad lang niet al
tijd ten goede komt, want maar al te vaak wordt
daardoor een enorm accent gelegd op bijverschijnse
len die wel onderdeel van het desbetreffende voor
stel uitmaken maar eigenlijk niet essentieel zijn.
Ik meen dat op die wijze veel energie wordt ver
spild, wat bijzonder jammer is. Naar mijn mening
zijn er in een stad ais Breda bepaald heel wat za
ken aan de orde, waarop wij onze energie op een an
dere manier kunnen loslaten. Ik heb daarom een zui
ver persoonlijke wens. Het volgende jaar zullen de
gemeenteraadsverkiezingen weer plaatsvinden en ik
hoop dat men dan ook voor dit aspect oog zal heb
ben. De bestuurderen die zich dan met elkaar zul
len beraden zullen er naar mijn mening van overtuigd
moeten zijn dat het erg belangrijk is aan het da
gelijks bestuur deel te nemen. Dit kan namelijk
een basis zijn om met elkaar contact te krijgen en
naar elkaar te kunnen luisteren, maar dan ook écht
luisteren vanuit een betrokkenheid met de onderwer
pen. Het is mijn vurigste wens dat dat het volgend
jaar zal gebeuren. Ik meen namelijk te kunnen zeg
gen dat Breda een stad is die het waard is om be
stuurlijk gezien maximaal voor te knokken. Ik wens
u hierbij alle kracht toe; het moge u allen erg
goed gaan.
(applaus)
De VOORZITTER: Mijnheer Lambregts, zeer be
dankt voor uw schone woorden.
Ik wens u allen speciaal voor de komende weken
een goede tijd toe.
De VOORZITTER sluit de vergadering om 22.50 uur.
De Secretaris,
De Voorzitster,